Auto’s in de familie

Mijn eerste auto in 1970: Een Fiat 850

Het was eind jaren vijftig nog niet zo gewoon dat een arbeidersgezin uit Amsterdam Noord een auto kon kopen. Mijn familie was echter een vooruitstrevende familie. Zij kochten in 1959 een tweedehands Volkswagen Kever die veel opzien baarde in de straat. In de jaren daarna volgden er nog vele andere auto’s waaronder een Skoda en een Opel en later een aantal Renaults.

Mijn broers en zussen reden toen ze achttien werden al snel op een scooter. Zij gingen zelfs met de scooters en hun partners op vakantie naar Duitsland en Oostenrijk. Eerst in de Jeugdherberg maar later ook kamperen! Dan moest de tent, luchtbedden en kleding allemaal mee op de scooter en dan zaten er ook nog eens twee personen op die scooters. Gekkenwerk, dus. Al heel snel werden de scooters daarom ingeruild voor een tweedehands, derdehands of misschien wel vierdehands auto. In ieder geval waren het geen auto’s van een recente geboortejaar. En dat was aan alles te merken.

De plek waar dit soort auto’s verhandeld werden, was het Stadionplein in Zuid. De vriend van mijn oudste zus had daar een Hillman Minx gekocht. Op zich een prachtige statige zwarte auto met een grote neus. Een Engels product en zoals bekend zijn die niet zo betrouwbaar en dat bleek al snel. Als jongen van een jaar of elf mocht ik ook een keertje mee.

Na ongeveer 50 kilometer moest de klep open en werd er een liter olie bijgevuld. Waarschijnlijk lekkende koppakking maar wie had in het begin verstand van auto’s? De vriend van mijn jongere zus die al snel mijn zwager werd, kocht op zeker moment een groene Morris Minor.

Volgens mij ook op het Stadionplein. Een schattig autootje, speciaal gemaakt voor kleine gezinnen en dus uitstekend geschikt voor mijn zwager en mijn zus. Helaas wel met mankementen. Het probleem van dit autootje was dat het linker portier niet meer met de sleutel op slot kon. Mijn zwager had daar de volgende oplossing voor bedacht. Door het kleine voorraampje open te laten, kon hij met zijn arm de auto afsluiten en tenslotte het kleine raampje dichtduwen. Eenvoudig en logisch toch? Je moest een beetje vindingrijk zijn.

Morris Minor (public domain)

Mijn twee jaar oudere broer kocht meteen nadat hij in zijn diensttijd zijn rijbewijs had gehaald een donkerrode Fiat 500. Dat moet ongeveer eind 1968 geweest zijn. Het was in mijn herinnering een barrel van een autootje want het ding reed nooit. Als hij er in in het weekend wel mee gereden had dan werd op maandag de piepkleine motor er weer uitgetild en werd gekeken wat er nu weer mis was.

Mijn broer had een aantal jaren de opleiding tot assistent- accountant gedaan maar had tijdens zijn diensttijd resoluut het roer opgegooid en deed een opleiding voor automonteur. Deze krakkemikkige Fiat 500 was dus eigenlijk een prachtig studieobject. Hoeveel keer de motor eruit gehaald is, de trap op naar de waranda is getild, weet ik niet meer maar het hele gebeuren had voldoende materiaal kunnen opleveren voor een komische aflevering voor Stiefbeen & Zoon.

Het onvermijdbare einde van de Fiat 500 liet echter niet lang op zich wachten. Ik kan mij herinneren dat wij op een zaterdag een keer twee meisjes een lift hebben gegeven en we met vijf man in de auto zaten. Helaas….. de motor trok dit gewicht niet. Door steeds weer opnieuw de koppeling in te drukken en gas te geven, lukte het mijn broer uiteindelijk toch om enige snelheid te maken. Helaas bleek de dag erna de motor opgeblazen. Hij heeft weemoedig afscheid genomen van de auto en deze naar de sloop gebracht. De conclusie achteraf is dat veiligheid in die tijd nog niet hoog in het vaandel stond. Als een auto reed, was het al gauw goed . Het ging in die tijd gelukkig nog niet zo snel op de weg.

Ikzelf kocht mijn eerste auto eind 1969. Het was een rode Fiat 850 en het was een echte auto! Geen barrel maar een keurig autootje. Ik heb er een lening voor moeten afsluiten maar het was het helemaal waard. Omdat het de eerste auto was, heb ik zijn kenteken 90-53-DN onthouden. Dat is niet gelukt met alle auto’s die erna kwamen.

Ik kocht deze Fiat in de week dat ik mijn rijbewijs haalde, een pittig karretje maar dat kon je verwachten van Fiat. Ik kon de auto op vrijdagmiddag ophalen dus ik had vrij genomen. Het werd nog even spannend want diezelfde dag moest ik mijn rijbewijs nog per post ontvangen. Dat was in die tijd nog gebruikelijk. Het lukte net. Mijn rijbewijs kwam op tijd en ik ben direct mijn auto gaan ophalen bij Garage Van der Meyden op de Meeuwenlaan in Amsterdam Noord.

Later op de middag reed ik in mijn eentje richting Hoogeveen waar mijn oudere broer en schoonzus woonden. Angst kende ik niet, meteen de weg op richting Utrecht en zoals Arie Ribbens ooit zong “Bij Hoevelaken links af”, richting Zwolle. En zo gebeurde het. Het was in die tijd nog niet zo druk en de jeugd is onbevangen dus ik deed het gewoon. Na een weekend logeren, ben ik op zondag weer teruggereden naar Amsterdam Noord.

In de zomer van 1970 zijn mijn vriendin Josje en ik met deze Fiat 850 op vakantie gegaan. Met gemak reden we met dit kleine monster in Zwitserland de Gotthardpas over om in Italië te genieten aan het Lago Maggiore.

Mijn Trots: De rode Fiat 850
opgeleukt met stickers aan
het Lago Maggiore.

Helaas toen we in het najaar weer eens met onze rode Fiat een weekend naar het Hoge Noorden gingen om mijn broer en schoonzus te bezoeken die inmiddels een oude boerderij in Marum hadden gekocht, hebben we in Friesland bij Haskerhorne een ongeluk gehad. Het was al een beetje schemering en een dronken tegenligger ging opeens op onze weghelft rijden en ik kon nog net uitwijken maar door de snelheid vlogen we alsnog over de kop. We maakten een koprol over de zijkant en belandden vervolgens weer op vier wielen achterstevoren in de berm. De voorruit was er uit, de auto zat onder de de deuken, wij waren geschrokken maar gelukkig nog “Still Alive”. Gelukkig hadden andere weggebruikers die achter ons reden het hele voorval gezien en konden getuigen dat ik geen schuld had aan deze buiteling.

We zijn die avond nog door mijn broer opgehaald en de volgende dag zijn we alsnog de auto gaan ophalen. Ik ben gewoon zonder voorruit naar de boerderij 50 km verderop in Marum gereden. Mijn mijn mooie rode Fiat 850, mijn trots is later door een autosloper uit de buurt opgehaald. Door de getuigenissen kon ik gelukkig een claim indienen bij het Waarborgfonds.

Met het bedrag dat ik uitgekeerd kreeg en de opbrengst van de sloop en natuurlijk weer een aanvullende donatie kon ik uiteindelijk een andere auto kopen. De Politie in Friesland heeft ons nooit geïnformeerd of de dronken automobilist gevonden is. Gelukkig is de tweebaansweg al heel lang een vierbaansweg met gescheiden rijbanen geworden.


Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog

© 2022 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.


AmsterdamNoord.com

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -