Regelmatig neem ik het pontje vanaf de NDSM naar het Centraal. Ben ik net helemaal tot rust gekomen aan boord, beland ik in de chaos achter het Centraal. Een wereld van verschil. Vergeleken met nu was het vroeger bijna een makkie om vanaf pontje vanuit Noord na aankomst de oversteek naar het Centraal te maken. Je liep vijftig meter naar links en stak daar eerst het fietspad over om vervolgens bij het verkeerslicht te wachten. Dat fietspad was al een gevaarlijke obstakel met hordes voetgangers en met fietsers die haast hadden. En dan samendrommen op een paar vierkante meter totdat het licht op groen sprong. Veel mensen hadden dat geduld niet en staken al over als er geen auto’s naderden. Dat waren nog eens tijden. Moet je daar tegenwoordig komen. Het is een mierenhoop van voetgangers, fietsers en scooters. Ze komen van links, van rechts, komen je tegemoet of bevinden zich achter je. Het is bijna een wonder dat het bijna altijd goed gaat. Want veel ‘mieren’ zijn waaghalzen. Verdwaasde toeristen die zoiets niet kennen en blindelings oversteken. Fietsers die luid bellend zich een weg door de menigte wurmen, vaak schijt hebbend aan het bord dat je er niet harder dan 15 kilometer mag. Menig scooterrijder of wielrenner sjeest gewoon door de menigte. Een enkele malloot fietst er zelfs met losse handen. En mensen die een sprintje trekken om nog net het pontje te halen. Natuurlijk is het goed dat de weg ondergronds is gegaan, dat scheelt een hindernis. En voor motorrijders is het vaak een stukje snelweg om even lekker te scheuren. Laatst zag ik een motor de tunnel verlaten en met hoge snelheid door rood rijden. Bijna een fietser zo plat als een dubbeltje. Het is mijn ervaring dat er veel bijna-botsingen zijn. Dus ben ik er de afgelopen zondag eens gaan zitten en keek ik mijn ogen uit. En kwam ik haast ogen tekort. Nou is het zondagmiddag nog relatief rustig, in vergelijking met de avondspits op werkdagen. Veel voetgangers kijken tijdens het oversteken niet op of om. Het is vooral aan de fietsers te danken dat er dan geen aanrijdingen volgen. Die letten vaak op en stoppen, of ze slalommen tussen de voetgangers. Vaak passeren ze elkaar rakelings. Het gaat deze zondag één keer mis. Een oude man verlaat met een blindenstok het pontje en loopt richting het Centraal. Ik zie dat hij zijn pas inhoudt, maar dan toch de stoute schoenen aantrekt. Ik houd mijn hart vast. Een fietser, nota bene met een smartphone in zijn hand, raakt de blindenstok en de wandelaar kan zich maar met moeite staande houden. De fietser vervolgt gewoon zijn weg en roept achterom: “Hé sufferd! Kan je niet uit je doppen kijken?” Na een uur heb ik het wel gezien en neem ik mijn pontje naar de NDSM. En kom ik weer tot rust. Wat een verademing na al die hectiek. Bij de NDSM is het tegenwoordig ook al behoorlijk druk op de steiger. Maar nog geen ‘black spot’. Vooralsnog. Ruud van Dijk |
|||||
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
|
|||||
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen? |