Vroeger fietste ik jarenlang vanuit Tuindorp Oostzaan over de Klaprozenweg naar school in Noord. Als het ’s winters vroor dat het kraakte en de zon bloedrood in het oosten opkwam was dat een ijskoude tocht.
Eenmaal op school hield ik mijn half bevroren vingers bij de hete kachel waarna die enorm begonnen te tintelen. Het was geen leuke weg om te fietsen, vooral als het klam en mistig weer was. Het rommelige industrieterrein voorbij de Lange Brug leek dan op een verzameling grauwe ruïnes die aan de oorlog ontsnapt waren. De vuilnisverbranding kon je dan nauwelijks zien, maar wel ruiken. Boven Zijkanaal I hingen dikke nevels en soms kon je de overkant niet zien. Zelfs als het mooi weer was had de Klaprozenweg vaak een sombere aanblik.
Toen Tuindorp Oostzaan gebouwd werd lag het vrij ver van de overige bebouwing van Noord. De Tuindorpers voelden zich niet verbonden met die verre wijken en de grote stad lag nog verder, aan de andere kant van het IJ. De Klaprozenweg was een verbindingsweg, die eigenlijk niet verbond. Het voetbalveld van de NDSM was de enige plek die nog een beetje denken aan het groene Waterland achter de dijk.
Er was nog een groot stuk opgespoten land waar riet en onkruid welig tierden, maar verder was er langs de weg weinig groen te vinden, afgezien van hier en daar wat graspollen langs de weg. Voordat de Buiksloter Banne gebouwd werd was langs de Buiksloterdijk met zijn oude huisjes nog een mooie rij bomen te zien, maar die werd later aan het oog onttrokken door het zich steeds verder uitbreidende bedrijventerrein.
De Lange Brug over Zijkanaal l was zo ongeveer de onafgesproken grens tussen Noord en Tuindorp Oostzaan. Ten westen daarvan strekten zich de gebouwen, hellingen en kranen van de NDSM uit. De linker oever van Zijkanaal I was de stortplaats van blubber uit de Amsterdamse grachten. Als je geluk had kon je daarin oude flesjes, pijpjes en stukken van potjes en tegels vinden. Het was er wel gevaarlijk; op sommige plekken was drijfzand waar je in kon wegzakken. Ook waren er elektriciteitsmasten zonder draden. Wij vonden het een sport om daarin zo hoog mogelijk te klimmen. Bovenin had je uitzicht op de Noordzee en het IJsselmeer. Dat was spectaculair.
Meer richting Tuindorp was de toegangsbrug van de NDSM. Daarover fietsten de vele honderden scheepsbouwers elke dag naar hun werk. Het werd spannend als er weer een nieuw schip gereed kwam. Op de dag van de tewaterlating liepen talloze Tuindorpers achter de Harmonie aan naar de werf. Met een klap vloog de fles champagne tegen de scheepswand aan stukken en daarna gleed weer een zeereus het Noordzeekanaal in terwijl sirenes en talloze scheepstoeters de goede vaart van het schip inluidden.
Tegenover de brug naar de NDSM lag het voetbalveld van de werf en daarachter, richting Terrasdorp, een weiland waar wij in onze jeugd vele uren doorbrachten. Enige honderden meters verder daalde de weg af naar het ‘Ouwe (Tuin)dorp’ en ging over in de Meteorenweg.
© 2020 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.
Overzicht alle afleveringen Amsterdam-Noord van Y tot stadsdeel.
Ruud maakt de series geheel op eigen titel.
Reageren? U kunt contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail aan Ruud Borman door.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief