Een paar dagen later kreeg ik een mailtje van haar. Ze had vlinders in haar buik, schreef ze. Of ik die ook had? Zo niet, jammer, dan zouden ze vanzelf weer wegvliegen. Ik sprong een gat in de lucht en antwoordde dat ik ook vlinders voelde. Had ze soms zin in een afspraakje bij Noorderlicht? We zijn allebei zenuwachtig als we elkaar op het grasveld kussen. We betreden het café en doen ons de rest van de avond tegoed aan biertjes en shagjes. Een beetje schuchter houden we soms elkaars hand vast. Bij het afrekenen zegt de ober dat hij zulke goede ‘vibes’ bij ons voelt. We lachen en vertellen hem dat dit onze eerste date is. Buiten is de maan inmiddels bijna achter de wolken verdwenen. We gaan op een luie bank zitten en zoenen voor het eerst uitgebreid. Tot het tijd voor haar is om het laatste pontje naar de stad te halen. Ze is echter haar fietssleuteltjes kwijt en dreigt daardoor de oversteek te missen. “Spring maar bij mij achterop,” zeg ik en zo sjezen we naar de aanlegsteiger. We zijn er ruim op tijd en kunnen verder gaan met zoenen. Het pontje legt aan en na enkele minuten zwaait de kapitein naar ons. Hij roept: “Dit is het laatste pontje, dus als jullie mee willen…” We denken dat er nog wel eentje naar het Centraal zal gaan, dus zeggen we dat het niet nodig is. Weten wij veel. Uiteindelijk fietsen we een stukje richting mijn huis. Bij de Klaprozenweg nemen we afscheid. Ik leen haar mijn fiets voor het pontje aan de Buiksloterweg. Zelf hoef ik maar een kwartiertje te lopen. Nou ja, ik zweef bijna. De volgende jaren komen we elkaar regelmatig tegen als mijn pontje ‘s ochtends om half negen bij de Tasmanstraat aanmeert. Ik onderweg naar mijn werk in Geuzenveld en zij onderweg naar haar werk in Noord. We omhelzen elkaar, niet te lang, anders mist ze haar pontje. Ruud van Dijk |
|||||
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
|
|||||
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen? |