De ontdekking van Waterland

Hoe en wanneer het precies is gebeurd weet ik niet meer, maar in ieder geval was het al vrij snel nadat ik had leren fietsen. Mijn vader was een fervent fietser en nam me al snel mee naar het mooie weidse Waterland met zijn schilderachtige dorpjes en stadjes. 

Ik vond het er prachtig en verbaasde me over de uitgestrektheid van het weidelandschap vol sloten en plassen. Ransdorp met zijn stompe toren en mooie raadhuis sprak me aan en natuurlijk ook Durgerdam waar ik het uitzicht over het IJsselmeer altijd bijzonder vond, vooral als er een storm over het water aan kwam zetten en met donder en bliksem aan wal kwam. Sindsdien ging ik bijna elk jaar wel weer even terug naar die vertrouwde plekken uit mijn jeugd.

Toen ik jaren later beroepshalve in het verleden gedoken was werd ik ook nieuwsgierig naar de geschiedenis van dit gebied. Ik ging op zoek naar archiefstukken en archeologische vondsten die er gedaan waren en  kwam tot de conclusie dat deze streek niet voor niets de naam Waterland had gekregen. Al vanaf het eind van de 12e eeuw belaagde de Zuiderzee het onbeschermde veengebied waar later Durgerdam en Ransdorp  zouden ontstaan. De aanleg van de Waterlandse Zeedijk omstreeks 1200 moest deze streek vrijwaren van binnendringend zeewater en overstromingen,  maar de waterwolf bleef toeslaan en het Kinselmeer is daarvan nog steeds een tastbaar bewijs.

Ten oosten van Durgerdam bevindt zich een onbewoond  natuurgebied, de Ydoornpolder, waar  zich al in de 13e eeuw een nederzetting bevond die Ydoornickerdam heette.  Tijdens de St.Elisabethsvloed in 1421 werd dit dorp verzwolgen en meer landinwaarts werd een dijk aangelegd waarlangs Durgerdam zou ontstaan. De Durgerdammer Die kwam binnendijks te liggen en werd in 1879 drooggelegd. In de 16e eeuw verdwenen de laatste huisjes van het oudste Durgerdam. Waar het dorp precies gelegen heeft is niet bekend, maar waarschijnlijk in het westelijk deel de van de Ydoornpolder.

De markante witte, grotendeels houten ‘kapel uit 1687 staat in een scherpe bocht, ongeveer halverwege de dijk. Talloze kunstenaars, fotografen en filmers hebben het gebouwtje in de loop der tijd vereeuwigd.

Ransdorp lag nooit aan het grote water, maar was onlosmakelijk met Durgerdam verbonden. Het was lang een plaats van aanzien waar veel zeelieden woonden. De robuuste stompe toren getuigt nog van de welvaart van de vroegere bewoners.  Met de bouw werd in 1502 begonnen, maar in 1542 ontbraken de financiële middelen om er een spits op te zetten

In 1572 werd de plaats verwoest door de Spanjaarden. Veel bewoners zochten daarna hun heil in Amsterdam. Ransdorp herstelde  daarna niet meer van deze ramp. Wel werd in 1652 nog een fraai raadhuis gebouwd wat onder meer werd gebruikt voor de vergaderingen van de Waterlandse Unie (1619-1811), die was opgericht om de rechten en vrijheden van de dorpen in de streek  te beschermen.

Veeteelt was eeuwenlang de belangrijkste bron van inkomsten. Verse melk werd in schuiten naar Amsterdam gebracht. Vanuit  Ransdorp strekten de weilanden zich tot aan de horizon en de zeedijk uit. Amsterdam lag nog ver weg.

Rembrandt van Rijn  heeft vele malen het dorp bezocht. Hij heeft verschillende malen de stompe toren van het dorp geschetst tijdens de bezoeken die hij en Geertrje Dircx, zijn minnares brachten aan Geertjes broer Pieter, die botenbouwer was in het Bloemendaler Kwartier.

In de tijd tussen Rembrandt’s twee echtgenotes, Saskia van Uylenburg en Hendrickje Stoffels, deed zij de huishouding en verzorgde zijn zoon Titus. Ze kwam in 1641 als weduwe bij Rembrandt in dienst in het tegenwoordige Rembrandthuiis in Amsterdam. Na Saskia’s dood in 1642 begon Rembrandt een verhouding met Geertje, waarmee hij openlijk leefde als man en vrouw. In 1649 kregen ze ruzie waarschijnlijk omdat Rembrandt verliefd werd op Hendrickje Stoffels.

In het begin van de vorige eeuw wandelden de schrijver Nescio en zijn vrienden vaak in dit deel van Waterland. Hij hield van dit gebied en schreef er over:

‘Bij de Zuiderzee gekomen is het water stil en wittig blauw’.

‘En in het noorden, achter den strekdam, was ’t Buiten IJ krijtwit. En daarachter lag Durgerdam met z’n kleine huisjes aan den dijk en z’n twee kleine torentjes en wat kale boomen zwart daartusschen’.

’In het laatste licht op den dijk tusschen Schellingwoude en Nieuwendam naar huis lopend, zien ze het silhouet van de vierkante toren van Ransdorp met aan weerszijden een rij nietige huisjes’.

Ten westen van Ransdorp lag ooit Poppendam, het oudste dorpje van Waterland .Het was ontstaan bij een dam die was aangelegd in een stroom waardoor zout zeewater het ontgonnen veengebied niet meer binnen kon dringen

Op oude archiefstukken en kaarten wordt Poppendam verschillende malen vermeld, maar dat houdt na de Middeleeuwen op. Bij het schoonmaken van de sloten kwamen oude potscherven tevoorschijn en in 1987 vonden archeologen sporen van een terp waarop een primitieve hut had gestaan. De straatnaam Poppendammergouw herinnert nog aan de plek waar het dorpje eens lag. Ik moet er in mijn jeugd vaak langs gefietst zijn, maar toen waren de laatste sporen al eeuwen lang onder het weiland verdwenen.


Bronnen:
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Rembrandt_ransdorp.jpg
• 
Stichting de Ransdorper Toren. http://www.ransdorpertoren.nl/nl/intro/

© 2018 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.

Overzicht alle afleveringen Amsterdam-Noord van Y tot stadsdeel.

Ruud maakt de series geheel op eigen titel.
Reageren? Wij gaan nog een contactformulier aanmaken waar u Ruud kunt bereiken. Voor nu kunt u contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail door.

Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief 

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -