Toen in de 19e eeuw de Noorder IJpolder tot stand kwam, het gebied dat ruwweg tussen Zaandam en Buiksloot lag, werd aan de oostzijde Kanaal I vrijgehouden voor scheepvaart tot aan de Oostzaner Overtoom. Daar was al sinds eeuwen maritieme bedrijvigheid. Zijkanaal I was dus eigenlijk geen kanaal, maar een deel van het oorspronkelijke IJ dat in 1872 werd open gehouden voor de scheepvaart.
Een overtoom was doorgaans een helling met balken die met vet ingesmeerd waren. Met een soort takel opgehangen boven de overtoom, die verder het achterland in moesten varen werden binnenvaartschepen, die verder het achterland in moesten varen uit het water getrokken en over de balken naar een andere waterloop verplaatst.
In de Middeleeuwen lag de Oostzaner Overtoom direct aan het IJ. Op de dijk was een overtoom en een haven van waaruit sinds de 16de eeuw koopvaart vooral naar de Oostzee plaatsvond. In de 17e en 18e eeuw kwam hier ook veel bedrijvigheid in verband met de walvisvaart. Het was toen de vijfde haven van Holland, gerekend naar aantal schepen dat op walvisvaart ging. Aan het zuidelijk deel van het Twiske stonden tien tot twaalf traankokerijen waar walvisspek werd gekookt tot lampolie. Ook werden de baleinen van walvissen hier verwerkt. Voorts waren er scheepswerven en een zeilmakerij.
Zuideinde, de zuidelijke buurtschap van Oostzaan waar de overtoom lag, werd net als de rest van de Oostzaner Polder, viermaal getroffen door een watersnoodramp In 1786 een eerste maal toen de dijk Achterdichting doorbrak, een tweede maal in 1825 toen het water over de Zuiderzeedijk bij de Stenen Beer van Durgerdam stroomde en de dijk bezweek.
Op 16 januari 1916 liep het water over het Luyendijkje heen. De dijken bij Uitdam, Durgerdam en Katwoude waren al in de nacht van 13 op 14 januari doorgebroken. Op 16 februari liep de polder opnieuw onder door een stevige storm. Pas op 24 maart kon worden begonnen met het droog maken van de polder, een karwei dat op 1 april klaar was.
In 1909 kocht N.A.Barnhard de reeds bestaande scheepswerf Wilhelmina van Dongen en noemde die voortaan De Overtoom. In 1910 liepen daar de eerste schepen van stapel. Er werden sindsdien veel dekschuiten gebouwd, maar ook sleepboten, veerponten en passagiersscheepjes. De werf wist ongeschonden en zonder besmet voor de bezetter door de Tweede Wereldoorlog te komen.
In het midden van de jaren zestig ging het steeds slechter met de scheepsbouw en moest de werf uiteindelijke sluiten in 1986.
De buurtschap Overtoom was al in 1921 geannexeerd door Amsterdam en in 1966 volgde het Zuideinde. Sindsdien heette de Overtoom Oostzanerwerf. De overtoom zelf was al gesloopt in 1946. De sluis werd in 1967 vervangen door een betonnen duiker. Met de bouw van de Molenwijk en de veranderde verkeerssituatie verdwenen de laatste sporen van de haven en scheepsbouw van weleer.
© 2019 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.
Overzicht alle afleveringen Tuindorp Oostzaan, een bijzondere geschiedenis.
Ruud maakt deze serie geheel op eigen titel.
Reageren? Wij gaan nog een contactformulier aanmaken waar u Ruud kunt bereiken. Voor nu kunt u contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail door.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief