Een e-mail uit Canada, van Elsje Ordeman-Wagenaar, was een verrassing. Els, geboren in 1946 en wonend in Canada sinds 1967, is een dochter van Douwe Wagenaar (1909-1983). Wagenaar was vanaf 1935 voorzitter van de Volewijckers. Na het overlijden van haar vader vond Els in zijn kantoortje veel foto’s en documenten van de Volewijckers. Ze kon lang niet alles meenemen naar Canada.
Dit is een van de foto’s die Els wel heeft meegenomen. Douwe Wagenaar heeft op de achterkant van de foto’s jaartal en locatie vermeld, maar hij deed dat toen hij al oud was. Die informatie hoeft niet altijd te kloppen, volgens Els. De Volewijckers werd landskampioen op 29 mei 1944. Deze foto zou genomen zijn op de feestavond in het City-theater op 25 juni 1944. Douwe Wagenaar houdt een toespraak. Achter de tafel het voltallige bestuur, dat bestaat uit negen man.
Secretaris Ph. K. (‘Karel’) Corstens zit op de foto rechts van Wagenaar. Corstens was vanaf 1923 secretaris in het bestuur. Helemaal rechts op de foto zit Frans van der Hilst, secretaris-penningmeester van de jeugdcommissie, in de jaren dertig speler van het eerste elftal. Tweede van links is Joop Geurts, tweede penningmeester en in de jaren twintig speler van het eerste elftal.
De andere gezichten herkent Els Wagenaar niet. De namen zijn wel bekend: H.J. Droste, penningmeester; K. Kamstra, tweede voorzitter; Th. de Boer, tweede secretaris; P.P. Fechter sr, commissaris materiaal; J. Koster, commissaris.
Voetbal benoorden het IJ
De Volewijckers tot 1945, deel 5 van 6
Een serie van Albert van der Vliet†.
De Volewijckers beleeft een bloeiperiode tijdens de Tweede Wereldoorlog. De club uit Noord promoveert van de derde naar de eerste klasse en wordt landskampioen in 1944. De Volewijckers wordt opgestuwd door een grote schare Noord-Amsterdammers. Voor de aanhang is voetbal een welkome afleiding in de zware oorlogsjaren.
De naam ‘Volewijckers’ is afgeleid van de oude landtong de Volewijck (vogelenwijk), maar verwijst ook naar de nieuwe Vogelbuurt. De club is opgericht op 1 november 1920 op het Koekoeksplein. De nieuwe voetbalvereniging ging in 1921 competitie spelen in de tweede klasse van de Amsterdamse Voetbalbond (AVB). Het voetbalveld lag aan de Hamerkade.
‘Groen-wit’ promoveerde in 1924 naar de eerste klasse van de AVB. In 1926 verhuisde de Volewijckers naar de andere kant van het kanaal, van de Vogelbuurt naar de Bloemenbuurt. Voortaan was het gemeentelijk sportpark op het Mosveld de thuisbasis en dat leverde meteen succes op. In 1927 promoveerde de Volewijckers naar de vierde klasse van de Nederlandse Voetbalbond (NVB).
In 1929 bereikten de Mosvelders de derde klasse van de NVB, die dat jaar koninklijk was goedgekeurd en KNVB ging heten. In de jaren dertig werd de Volewijckers vijf keer kampioen van de derde klasse, maar de degradatie- en promotiewedstrijden gingen telkens verloren.
De noodcompetitie in het eerste oorlogsjaar bestond uit tweede- en derdeklassers. De Volewijckers werd verdienstelijke tweede en hoopte uit te mogen komen in de tweede klasse, maar de NVB plaatste de Volewijckers voor het seizoen 1940-1941 in de derde klasse C, waarin de club uit Noord superieur was. Alle 22 wedstrijden werden gewonnen met als doelsaldo van 107 vóór en 15 tegen.
De thuiswedstrijden van de nacompetitie werden toen al gespeeld in het Ajax-stadion. Het knusse terrein op het Mosveld bood slechts plaats aan 4000 toeschouwers. Tegenstander waren de oudste voetbalvereniging van Nederland HFC (Haarlemse Football Club), Elinkwijk uit Utrecht en Rapiditas uit Weesp. De beslissingswedstrijd tegen Elinkwijk werd in het stadion van Utrecht met 1-3 gewonnen. Eindelijk promoveerden de Overijers in 1941 naar de tweede klasse.
In het seizoen 1941-1942 werd Jaap van der Leck trainer van de Volewijckers. De nieuwe trainer was een voorstander van het stopperspilsysteem. Dat Engelse systeem was enkele jaren eerder al uitgeprobeerd en werd geperfectioneerd door de Engelse trainer Fred Pagnam. Nadat Pagnam was gestopt als trainer bij DWV werd hij in 1937 voor één avond per week oefenmeester bij de Volewijckers. In 1940 ging hij terug naar Engeland.
De tweede klasse was interregionaal, maar DWV, OSV, De Spartaan en Volendam deden ook mee. OSV was de enige vereniging die de Volewijckers op het Mosveld wist te verslaan met 0-1. De Volewijckers revancheerde zich door in Oostzaan met 2-7 van OSV te winnen.
In 1942 werd de Volewijckers kampioen van de tweede klasse B en promoveerde naar de eerste klasse. Tegenstanders in de promotiewedstrijden waren DOS uit Utrecht en RCH: Racing Club Haarlem. De beslissingswedstrijd tegen DOS werd gespeeld in een uitverkocht Ajax-stadion en met 4-1 gewonnen. Tijdens het debuut in de eerste klasse, met tien ploegen, behaalden de groen-witten de zevende plaats. ADO werd kampioen en DWS werd vijfde.
De Volewijckers bleef groeien in de oorlog. In het seizoen 1941-1942 omvatte de afdeling voetbal 24 elftallen: 4 in de NVB, 3 in de AVB, 2 zaterdagmiddagelftallen, 3 juniorenelftallen en 12 elftallen met aspiranten (12 tot 16 jaar).
Lees verder deel 6 van De Volewijckers tot 1945: Volewijckers landkampioen
Of bekijk de Introductie pagina: De Volewijckers tot 1945 – 6 afleveringen
Of bekijk het overzicht van alle afleveringen serie “Voetbal benoorden het IJ“
Dit artikel is tevens opgenomen is ons groter overzicht over De Volewijckers
Bronnen:
• B. Pasterkamp. De Volewijckers landskampioen van Nederland seizoen 1943-44.
• Amsterdamsche Sportclub De Volewijckers, 1920 – 1 november – 1945.
• Tip de Bruin: de Volewijckers 1920- 1995. Kampioen van Nederland, seizoen 1943-’44, hoogtepunt uit ons bestaan.
• H.F. (Bab) van Breenen. 80 jaar de Volewijckers: 1920-2000.
• http://www.delpher.nl/nl/kranten/ Delpher heeft miljoenen gedigitaliseerde teksten verzameld uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften. De teksten zijn afkomstig uit diverse collecties.
© 2015 Albert van der Vliet†. Op deze publicatie berust auteursrecht.
[RED] aanvulling 12 januari 2024:
In de tweede alinea van het hoofdartikel staat:
“De naam ‘Volewijckers’ is afgeleid van de oude landtong de Volewijck (vogelenwijk), maar verwijst ook naar de nieuwe Vogelbuurt.”
Dit blijkt echter een misvatting:
De oerbron is een 18e eeuwse misvatting over de etymologie van het middeleeuwse woord “volen”. Omdat het galgenveld op Volewijk stond en de lijken ‘aan de vogelen des velds’ werden overgelaten, dachten sommigen dat volen (=veulens) ‘vogels’ betekende.
Op sommige kaarten werd dan ook Volewijk als Vogelenwijk aangeduid en ook op kaarten van eind 19e eeuw werd de Nieuwendammerham soms vermeld als vogelenwijk.
Het is dus mogelijk dat Albert van der Vliet† dit als bron heeft gebruikt.
Deze aanvulling komt tot stand met dank aan Wim Beerman.
Het oorspronkelijke artikel laten we intact om Albert van der Vliet zijn legacy onaangetast te eren.