Jaren geleden werkte ik als fietsenmaker en was Mike een vaste klant. Sinds ik in Noord woon komen we elkaar ook daar regelmatig tegen. Ergens onderweg in de buurt, of op het pontje. Soms zwaaien we enkel naar elkaar, maar meestal maken we een praatje. Gisteren stond hij in het gangpad van het pontje toen ik aan kwam fietsen. Ik parkeerde op 1,5 meter achter hem en groette. Hij schrok bijna, zo was hij verdiept in zijn eigen wereld met z’n oordopjes in. Hij groette terug en haalde de dopjes uit zijn oren. Ik vroeg of hij mooie muziek op had. Hij antwoordde, maar door zijn mondkapje was hij nauwelijks verstaanbaar. Ik deed een stap naar voren. Weg gepaste afstand. Hij pakte zijn mobiel en drukte op een knop. Er schalde moderne muziek, maar niet echt mijn smaak. Dat zei ik en hij drukte weer op een knop. Een ander lied, maar ook niks. Nog een liedje en nog een liedje, twee keer niks. Ik zei: “Een zes min.” En daarna natuurlijk over corona. En nog zo wat wereldproblemen. Vlak voordat het pontje bij de NDSM aanmeerde, zei hij: “Het is ook wel een mooi beeld. Dat iets wat je met het blote oog niet kan zien de hele wereld op zijn kop zet. Het is haast spiritueel. Zo klein, zo groot.” Het bleef even stil. Daarna stootte hij me aan, haast opgetogen: “Maar als heel klein tegelijkertijd heel groot is? Zou het dan zomaar kunnen dat het hele grote ook het hele kleine is? Daar ga ik thuis eens goed over nadenken.” Ruud van Dijk |
|||||
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
|
|||||
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen? |