Op 30 september 1962 had de Volewijckers verloren van DOS in Utrecht, met 3-1. De spelersbus was op de terugweg naar Noord. Daan de Jongh kreeg een hartaanval in de bus. De buschauffeur reed zo hard als hij kon naar het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, maar De Jongh (1921-1962) was al overleden, 41 jaar oud. Wout Schaft: ‘Daan voelde zich in Utrecht tijdens de wedstrijd al niet zo lekker. Dat drama heeft diep doorgewerkt. Ik zie ons nog staan bij dat ziekenhuis. Iedereen was helemaal van de kaart. Die klap zijn we nooit meer te boven gekomen. We wonnen bijna geen wedstrijd meer en zijn met vlag en wimpel gedegradeerd.’ Na de degradatie in 1963 verlieten enkele van de beste spelers de Volewijckers. Hassie van Wijk kreeg dat jaar een contract bij ADO Den Haag. Een jaar later ging hij naar Telstar, waarvoor hij drie jaar speelde en in 1968 gaf AZ hem een contract, ook voor drie jaar. Frits Soetekouw verkaste in 1963 naar Heracles, maar hij kon niet aarden in Almelo. Hij sprong een gat in de lucht toen Ajax hem in 1964 een contract aanbood. Soetekouw speelde drie jaar voor Ajax, werd door trainer Rinus Michels op een zijspoor gezet (ten onrechte, vindt Frits zelf). In Eindhoven kwam hij één seizoen voor PSV uit. In 1968 kreeg Soetekouw een contract bij DWS waar hij speelde tot 1971. Soetekouw is de enige Volewijcker die international werd, zij het eenmalig. In 1964 verhuisde de Volewijckers van het Mosveld naar sportpark Buiksloterbanne. De club uit Noord was nog steeds de grootste sportvereniging van Amsterdam. Piet Boogaard speelde nog één seizoen mee op de Buiksloterbanne. Hij tekende in 1965 bij DWS. Ook zijn vertrek was lastig op te vangen. In februari 1966 stopte Frits Kick (26) op advies van een sportarts met voetballen. Een half jaar eerder was hij geopereerd aan zijn knie, maar de klacht was niet verholpen. Hij zou een topfunctie gaan bekleden bij AkzoNobel. De Volewijckers heeft de talenten niet aan zich weten te binden. Het grote geld ontbrak en dat is altijd zo geweest. De Volewijckers trok wel een keeper aan, na de promotie naar de eredivisie. Dat was Bertus van Hilten (1941), afkomstig van Alkmaar ’54. De doelman was altijd de zwakke schakel in het elftal van de Mosveld-baby’s. In het eerste jaar eredivisie was Van Hilten 28 van de 34 competitiewedstrijden de sluitpost, maar ook hij deelde in de keepersmalaise. Jan Kirsten (1937) werd weer van stal gehaald. Van Hilten stond in het tweede jaar eredivisie 19 van de 30 wedstrijden onder de lat. Kirsten heeft in de twee jaar eredivisie 21 keer het doel van de Volewijckers verdedigd. Rein Zurburg (1928) deed dat in die twee seizoenen acht keer. |
||||||
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ” (na 1945)
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ” (tot 1945) |
||||||
Dit artikel is ook opgenomen is ons groter overzicht over De Volewijckers | ||||||
Bronnen: • Evert Vermeer. De bijbel van de Eredivisie; feiten en cijfers van 50 jaar betaald voetbal. Amsterdam, 2004. • Voetbal International. 50 jaar betaald voetbal van A tot Z, deel 11. VI-encyclopedie. De Volewijckers. Boer tussen de Mosveld Baby’s (‘boer’ is Wout Schaft). © 2017 Albert van der Vliet (†). Op deze publicatie berust auteursrecht. Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie? |