
Van die dagen… Dat het koud is, dat de wind tamelijk hard uit het oosten waait en dat het ook nog regelmatig regent of er natte sneeuw valt. En dat ik dan uren op de fiets van hot naar her onderweg ben. Van die dagen… Maandag 10 februari is zo’n dag.
Om kwart voor zeven ‘s avonds stap ik weer op mijn fiets, nu voor het pontje van 7 naar het Centraal. Regenjas annex winterjas aan, regenbroek, handschoenen, muts op. Leuk is anders, maar het is te doen. Onderweg naar de Gaaspstraat in de Rivierenbuurt. Daar moet ik invallen bij een uitwedstrijd van mijn schaakclub. Van te voren heb ik de plattegrond van Amsterdam goed bestudeerd, dus ik denk dat ik weet hoe ik moet fietsen.
Het is niet zo druk op het pontje, hooguit 50 mensen. Waaronder wat toeristen, zoals twee Britten die wat betreft hun kleding duidelijk niet waren voorbereid op dit weer en enkele mensen met rolkoffers. Een paar jonge mannen in nette outfit, waarschijnlijk met fijne kantoorbanen. En een man die tijdens de overtocht twee blikjes bier drinkt. Die op hun beurt vlak voor het aanmeren door een andere man uit de vuilnisbak worden gevist.
Ik mijmer wat over het schaken vanavond. Ik speel met wit. Dat is fijn, omdat je dan mag beginnen en daarmee de opening bepaalt. Meestal begin ik met E4, een pion twee vakken naar voren en vervolgens een paard en loper in het spel brengen. Eigenlijk is dat meteen de aanval openen. Niet dat een ervaren speler daarvan in paniek raakt.
Om iets over acht schudden mijn tegenstander en ik handen en wordt de klok ingedrukt. Ik open dus met E4. Waarop hij antwoordt met C6, op een andere lijn een pion een vak naar voren. Daarover moet ik even nadenken en ik vervolg wat anders dan normaal. Na ongeveer 20 minuten staat er een beginstelling op het bord en begint het echte prakkiseren. Bij schaken is het de bedoeling dat je een plan hebt en het liefst het plan van de tegenstander doorziet.
Op een gegeven moment ‘verleid’ ik hem tot een paardenruil en hij trapt in mijn val. Ik sla zijn paard, maar hij kan de mijne niet terugslaan, omdat ik hem dan met mijn andere stukken meteen mat kan zetten. Het resultaat is dat ik dus een stuk voor sta. Vaak is dat genoeg voor de winst, al moet ik wel alert blijven en zelf geen fouten maken. Ik ben goed in vorm en krijg steeds meer de overhand. Totdat hij opgeeft en mijn hand schudt.
Als ik later buiten sta, ben ik blij verrast dat het droog is. Terwijl er sneeuw was voorspeld. Ik fiets naar het Centraal voor het pontje van kwart over elf. Op het pontje is het stil, iedereen staart wat voor zich uit. Alleen twee Franse zakenlui hebben schijnbaar lol en lachen veel. Ik geniet na van de schaakpartij en zie de verschillende stellingen als het ware weer voor me. En ben tevreden dat ik tot het eind scherp bleef.
Misschien voor een niet-schaker moeilijk voor te stellen, maar een partij kan ongelooflijk spannend zijn, waarbij de adrenaline tijdens het spel en daarna door mijn lijf gaat. Als ik thuis ben, ga ik dan ook niet meteen naar bed, maar kijk ik nog even naar een herhaling van het journaal. De Raad van Staten heeft stevige kritiek op de asielwet van minister Faber, de Rotterdamse haven heeft het zwaar en vraagt miljarden steun van het Rijk, Tata Steel vreest de importheffing van Amerika op staal, Ron Brandsteder is overleden. En wat betreft het weer: morgen wordt het opnieuw zo’n dag.
Ruud van Dijk
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
Reageren op E4 – C6? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief
Amsterdam Noord E4 – C6