De Nigellestraat was een rustige straat en er woonden ook kinderen van mijn leeftijd.
Ik werd vriendjes met ene Jantje, die schuin tegenover ons woonde, ook op een bovenverdieping en met Adrie op nr. 37. Ook met Jopie speelde ik wel eens, maar dat monde meestal uit in ruzie. Onenigheid over knikkers, of over doelpunten bij het straatvoetbal. Hij kon kennelijk niet tegen zijn verlies, of ik wilde te graag winnen.
Bijkomend voordeel was dat ik gelijk een paar Amsterdamse scheldwoorden leerde. “Krijg nou de kolere” had ik nog nooit gehoord en hij keek vreemd op van “stom achterend van een varken”.
Op een dag was er enig tumult voor de deur van Jantje’s huis. Een vrouw stond daar te schreeuwen en te tieren en tegen de deur te trappen. “Je blijft met je poten van mijn vent af”, riep ze, waarop Jantje’s moeder het raam open schoof en een emmer water over haar hoofd gooide.
De toegestroomde buurtbewoners genoten van de voorstelling en iemand riep:
“Het lijkt wel een waterballet” en dat op z’n plat Amsterdams. Nou wij genoten mee.
Toen ik Jantje later vroeg naar de toedracht van het voorval wilde hij er niet veel over zeggen, maar de man van die scheldende vrouw had wel eens een klusje bij hen thuis gedaan, omdat Jantje’s vader niet thuis was. Die was voor enkele maanden met een tinbaggermolen naar Frankrijk.
Thuis hoorde ik van mijn vader dat die tinbaggermolen lag afgemeerd aan het Kleine Gartmanplantsoen, Het Huis van Bewaring 1 in Amsterdam. Mijn vader werkte namelijk bij de Justitie en was aardig op de hoogte van de escapades van een aantal buurtbewoners. Maar daar mocht ik absoluut niet met anderen over praten, anders kreeg ik huisarrest.
Een ander voorvalletje waar hij meer van wist, was een beroving op klaarlichte dag van een PTT-auto. Via de achterdeur hadden ze een tas met waardevolle stukken buit gemaakt. Zo’n auto had ook een poosje bij ons op het pleintje gestaan en de chauffeur die daar woonde was meegenomen voor verhoor en sindsdien hadden we de PTT-auto daar nooit meer gezien. De conferancier Cees de Lange maakte er op de radio nog een grapje over .”eigen schuld” zie hij. “Wie zet er nou PTT achter op die auto. Dat is pure uitlokking, want de daders hebben dat gelezen als: Pak Tie Tas”.
Vader keek daarbij veelbetekenend naar mijn moeder, maar ik heb het verder maar uit mijn hoofd gezet.
Ook woonde er schuin aan de overkant een heel leuk meisje, dubbel zo oud als ik, goedlachs en vlot gekleed. Maar vanaf een bepaalde dag zagen we haar niet meer, ze leek van de aardbodem verdwenen. Maar het gerucht ging al gauw dat ze met een jongen in de bosjes had gelegen en haar moeder nu babykleertjes aan het breien was. En inderdaad enige maanden later liep ze achter een kinderwagen.
Het was echter niet alleen kommer en kwel in de straat, want er gebeurden ook leuke dingen zoals knikkerwedstrijden, straatvoetbal, bokspringen en atletiek.
De winnaars werden door buurtbewoners getrakteerd op ijs. Jamin ijs. Zo’n lekker blok roomijs in een papiertje verpakt. En die kostten maar 10 cent. Dat smaakte naar meer en op andere dagen werd vader de kop gek gezeurd voor nog een dubbeltje.
Ook herinner ik mij dat op donderdagavond films voor de jeugd werden gedraaid in de Azaleaschool. De entree was een kwartje en de filmzaal was het gymnastiek lokaal. Je kon gaan zitten op banken, of in het wandrek gaan hangen.
Meestal begon de voorstelling met het laatste deel van de film van de week ervoor. Daarna volgde iets van Popeye, slapstick, of reclame en dan de hoofdfilm.
Intussen werd het buiten al donker en dat gaf een spannend en geheimzinnig gevoel aan het geheel. De hoofdfilm bestond meestal uit 5 spoelen, die door vrijwilligers werden gedraaid. De eerste 3 spoelen deze week en de andere twee de volgende week. Lekker slim, want wilde je de hele film zien moest je de volgende week terugkomen en weer om een kwartje zeuren bij pa. Dat lukte meestal wel want hij leek ook (kwasie) geïnteresseerd in de afloop van de film.
Favoriet waren films van Charly Chaplin, Roy Rogers, Rin Tin Tin de wonderhond, etc.
Het was dus niet onaangenaam om in Amsterdam-Noord te wonen. Ik verveelde me nooit en er was altijd wel iets te doen en al gauw verdween de agrarische afkomst naar de achtergrond en werd ik een echt stadsjongentje.
Bekijk alle afleveringen “Mijn jeugd in Amsterdam-Noord“
© 2023 Wim Mulder. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Wilt u contact opnemen met Wim mulder?
Dat kan door de redactie een mail te sturen. Wij sturen uw bericht dan door naar Wim.
AmsterdamNoord.com leefomgeving