Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar honderd jaar geleden ontstond aan de Papaverweg de eerste Nederlandse Vliegtuigfabriek in hallen die daarvoor waren gebruikt voor de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam (ELTA) die 500.000 bezoekers trok.
De naam van Anthony Fokker was al meteen verbonden met de nieuwe vliegtuigfabriek, maar hij had zijn sporen al eerder in Duitsland verdiend.
In 1912 vertrok Fokker naar Duitsland waar hij bij Berlijn een vliegtuigfabriek kon bouwen. Hij zag kans om bijna 700 vliegtuigen aan het Duitse leger te verkopen waardoor de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog in de lucht oppermachtig waren. Na de oorlog moesten op last van de geallieerden alle Duitse vliegtuigen vernietigd worden, maar Fokker wist ongeveer honderd toestellen naar Nederland te brengen waar ze voor de Luchtvaartafdeling van het leger zouden gaan vliegen. Fokker richtte met steun van enige rijke relaties de Nederlandse Vliegtuigfabriek op, die al snel de Fokkerfabriek werd genoemd.
In 1916 was het eerste Schiphol in de Haarlemmermeer aangelegd en in 1919 werd de KLM opgericht en geleid door Albert Plesman die ook een belangrijke rol had gespeeld bij de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam (ELTA). In 1923 kwam de eerste terminal tot stand.
Bij de Fokkerfabriek was geen landingsbaan. Rompen en vleugels van vliegtuigen moesten op dekschuiten van Noord naar Schiphol gevaren worden. Desondanks was Fokker aan het eind van jaren twintig de grootste vliegtuigfabriek ter wereld die zowel militaire al verkeersvliegtuigen bouwde. Er waren zelfs nog enige tijd fabrieken in de Verenigde Staten, maar die werden in 1929 stop gezet.
Fokker bleef in Europa actief met de KLM als belangrijkste afnemer. Wereldberoemd werd de postvlucht die de driemotorige Fokker Pelikaan in 1933 maakte van Amsterdam naar Batavia en terug.
In de Tweede Wereldoorlog werden de Fokkerfabrieken door de Duitsers in beslag genomen. Anthony Fokker was toen al overleden in New York. Op 17 juli 1943 vond een bombardement plaats dat de Fokkerfabrieken had moeten raken, maar de bommen kwamen in de aangrenzende woonwijk terecht met als gevolg 200 doden en een aanzienlijke materiële schade. Het was een afschuwelijk drama en het zwaarste bombardement dat Amsterdam te verduren kreeg.
Na de oorlog kreeg Fokker met geduchte concurrenten te maken en er was er een overvloed van goedkope vliegtuigen die de oorlog hadden overleefd. In 1951 verhuisde de fabriek naar het huidige Schiphol-Oost. In 1958 lanceerde Fokker de F27 Friendship dat het best verkochte turbo-propellervliegtuig zou worden. Er werden bijna 800 exemplaren wereldwijd van verkocht. Tot in de jaren tachtig waren er goede verkoopsuccessen van de F28 Fellowship. De ontwikkelingskosten van nieuwe vliegtuigen waren niet meer haalbaar en in 1987 was het bijna met de eens zo beroemde vliegtuigbouwer gedaan.
Fokker werd door een Duits bedrijf overgenomen en dat betekende het begin van het einde. In 1996 werd de geldkraan dicht gedraaid en bestond Fokker in zijn oude vorm niet meer. Vier bedrijfsonderdelen gingen zelfstandig verder en functioneren nog steeds.
Wereldwijd vliegen er nog steeds ongeveer 400 Fokker-vliegtuigen, iets wat uniek genoemd mag worden. Ik zit regelmatig in een van die vliegtuigen als ik naar Engeland vlieg, meestal een cityhopper van de KLM, en dan voel ik me toch wel trots op die oude Fokkerfabriek en onze nationale luchtvaartmaatschappij.
© 2019 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.
Overzicht alle afleveringen Amsterdam-Noord van Y tot stadsdeel.
Ruud maakt de series geheel op eigen titel.
Reageren? U kunt contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail aan Ruud Borman door.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief