De overbevolking in het ouderlijk huis waar ik woonde op de Wingerdweg heeft tot 1963 geduurd. Toen trouwde mijn oudste broer en ging hij het huis uit.
Het jaar daarvoor waren mijn beide zussen al getrouwd. Vanaf dat moment hadden mijn broertje en ik meer ruimte in de te krappe bovenwoning. Eindelijk kreeg ik een eigen kamer, hoewel kamer? Ik kreeg het kleine zolderkamertje met het ene raam welke aan de voorkant lag. Wat wel een voordeel aan de voorkant was dat ik de vieze luchtjes niet meer rook van de buurvrouw beneden die regelmatig rode kool en spruitjes kookte en hier al om 11 uur in de morgen mee begon en deze vervolgens de gehele dag door op het gas liet staan. Dat leverde een indringende geur op welke aan de achterkant van het huis tot op één en twee hoog te ruiken was.
In mijn nieuwe kamertje kon maar net een normaal eenpersoonsbed staan dus het was dus echt klein. Daar had ik echter geen boodschap aan want het was wel mijn eerste eigen kamer. Het positieve van mijn nieuwe kamer was daarnaast ook dat ik uitzicht kreeg op de speeltuin. En dat vergrootte mijn wereld aanzienlijk. Ik had opeens een uitzicht op de wereld vanuit een heel andere hoek, een ander perspectief. Een soort eretribune.
Langzaam bouwde ik aan mijn eigen domein op mijn kleine zolderkamertje. Toen mijn ouders een weekend weg waren, heb ik één muur van mijn kamertje behangen met knalrode en pikzwarte platen waarop ik in de loop van de tijd mooie spreuken op plakte. Ik deed beslist mijn best om mijn creativiteit te ontwikkelen. Maar zoals gezegd, muziek was mijn ding. De apparatuur op mijn kamer bestond uit een oude radio (nog met lampen) en een pick-up, eigenlijk een koffergrammofoon. Op zeker moment had zelfs onze bandrecorder op mijn kamer staan.
Het was rond 1964 en ik was duidelijk in mijn pubertijd beland en die viel samen met de opkomst van de Britse popmuziek en de zeezenders zoals Radio Veronica en Radio Caroline. Genoeg uitlaatkleppen om uit mijn dak te gaan. In eerste instantie waren de Beatles mijn grote idolen. In die tijd zat ik op het Ir. Leeghwater lyceum (aan het eind van de Pekstraat).
Dat was eerst een dependance van het Ir. Lely lyceum maar toen ik op school kwam, was het net een zelfstandige school geworden. Een leuke school met voor mij leuke herinneringen maar daar later meer over. In mijn klas zat o.a. Pim en hij was waarschijnlijk nog een grotere fan van de Beatles dan ik. Van hem leerde ik alle teksten van de Beatles songs en die zong ik dan het liefst op mijn eigen kamer met de muziek mee voor het open raam.
Mensen die langs liepen of fietsten moesten mijn muziek horen. De wereld was tenslotte toe aan veranderingen en de popmuziek was het begin van die andere wereld en ik wilde meewerken aan het tot stand brengen van die nieuwe wereld. Daarom stuurde ik mijn muziek met de nieuwe boodschap de wereld in met mijn 10 watt luidspreker.
She Loves You, Please Please Me, I Wanna Hold Your Hand, And I Love Her enz. Helaas was deze power te weinig om de mensen op straat echt te bereiken. Eigenlijk was het een lachertje want vanuit mijn zolderraam was ik waarschijnlijk amper te horen. Toen mijn zoon 25 jaar later in zijn pubertijd kwam en ook dit dwangmatige zelfontplooiende gedrag vertoonde, had hij een versterker met 200 watt speakers dus ik ben bang dat mijn muzikale boodschap niet overgekomen is! Maar “who cares”, ik was lekker bezig.
Vanuit mijn zolderkamer raam zat ik dus op de eretribune en keek ik uit op de speeltuin van Bloemenkwartier en op zondag was dit het speelterrein van de korfbalvereniging OBZB. En daar heb ik toch wel bijzondere herinneringen aan maar daarover later.
Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog
© 2021 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.