Onderweg zie ik trams met hoogstens enkele passagiers. Er zijn nauwelijks auto’s, voetgangers en fietsers. Sommige mensen dragen mondkapjes en ik zie zelfs iemand met een gasmasker. Op de Dam een handvol mensen. Een levend standbeeld staat er te staan zonder publiek. Een saxofonist speelt prachtig, maar slechts een enkeling die luistert. Alleen de duiven zijn er in groten getale.
Ik fiets naar de aanlegsteiger achter het Centraal. Het is er opvallend rustig. Terwijl er normaal gesproken op dit tijdstip 3 pontjes heen en weer varen naar de Buiksloterweg zijn het er nu 2. En op de pontjes die aankomen en vertrekken bevinden zich veel minder mensen, ik schat nog geen 20% van wat er anders op een maandagmiddag de oversteek maakt.
Mensen die op de steiger wachten houden meestal de gepaste afstand van anderhalve meter tot elkaar, maar dat deden ze in de regel voorheen ook al. Je gaat tenslotte niet op elkaars lippen zitten als het niet hoeft. Ook de weinige mensen op de pontjes hebben zich min of meer verspreid. Het gaat mis als de pontjes aanmeren en de klep omlaag gaat. Dan verdringen de mensen zich om als één van de eersten aan land te gaan. Dat geldt ook voor de wachtenden, die op een kluitje aan boord zien te komen. Sommigen hebben daarbij zelfs geen geduld en glippen langs de groep die het pontje verlaat.
Ik zie ook mensen die het allemaal scherp in de gaten houden. Ze wachten tot de meeste mensen zijn opgestapt en gaan dan pas aan boord en zoeken een rustig plekje. Of ze houden in als iemand te dichtbij komt en laten de ander voorgaan. Een angstvallige man probeert nog meer afstand te bewaren. Hij stapt al opzij als mensen hem tot drie meter naderen.
De dienstdoende instapbegeleider van het GVB weet me te vertellen dat het aantal passagiers per dag afneemt. Zelfs tijdens de spits is het rustig. Hij vertelt dat hij daarom in zijn eentje werkt in plaats van met z’n tweeën. Ook niet zo gek. Scholieren hoeven niet meer naar hun school aan de overkant van het IJ, veel mensen hoeven niet meer naar hun werk en de stroom van en naar de Adam toren is ook opgedroogd.
Wat later komt de schipper van het pontje naar hem toe met een thermoskan en twee koppen. Samen doen ze een bakkie en voeren ze een geanimeerd gesprek tussen collega’s. Leuk om te zien, hoewel ze daarbij niet de gepaste afstand tot elkaar bewaren.
Dan verschijnt er een man op een elektrische eenwieler. Er schalt muziek uit de luidsprekers van het voertuig. Hij haalt het pontje niet en besluit met bochtjes heen en weer over de steiger te sjezen. Zeg maar: de blits te maken. Want iedereen ziet hem, iedereen hoort hem. Als het volgende pontje er al even ligt, is hij nog steeds met zijn toer bezig. Op het laatste moment wil hij aan boord gaan. Nog steeds de blits uithangend en daardoor ziet hij waarschijnlijk niet, dat de klep al is opgehaald en dat het pontje al op gepaste afstand van de steiger is verwijderd…
Ruud van Dijk
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief