Het is een mooie dag. Iets na vieren stroomt de steiger achter het Centraal vol met mensen voor het pontje naar de NDSM. Voor het merendeel twintigers en dertigers in zomerse outfit. Een aantal heeft een picknickmand bij zich, vermoedelijk gaan zij naar ‘t Twiske om daar te zwemmen, te zonnen en te eten en drinken. De anderen gaan waarschijnlijk chillen bij 1 van de hippe plekken bij de NDSM.
We leven nog steeds in Corona-tijd. Dus er mogen niet meer dan circa 195 mensen mee op het pontje. De GVB-medewerker die dit moet controleren raakt waarschijnlijk de tel kwijt, want we staan hutjemutje op het pontje. En de schipper roept ook niets om naar de mensen die aan boord hun mondkapje afdoen om alvast iets te eten of te drinken. Iemand zet z’n bluetooth aan en er klinkt housemuziek, sommige mensen beginnen te dansen.
Het is druk op het IJ en het pontje moet laveren tussen alle roeiboten, sloepen, zeilboten en vrachtschepen. Langs de oevers zelfs enkele windsurfers. Ik sta op het voordek en geniet van het uitzicht en de sfeer om me heen. Het lijkt wel vakantie.
Vlak voor de NDSM is het overvol met pleziervaart en het pontje moet opeens scherp naar rechts afbuigen om een botsing daarmee te voorkomen. Dan hoor ik drie keer de scheepshoorn van een vrachtschip naast ons. Ik kijk achterom en zie dat schip op ramkoers op het pontje afkomen. Door de klap van de aanvaring val ik op de grond.
Wanneer ik weer opkrabbel kijk ik om me heen en overzie ik de ravage en paniek. Het vrachtschip heeft een gat geboord in de romp van het pontje, dat volstroomt met water en slagzij maakt. Sommige passagiers springen overboord en zwemmen weg. Ik zie mensen gewond op de grond liggen en huilende kinderen die hun ouders zijn kwijtgeraakt. Her en der liggen fietsen en scooters.
Het pontje stroomt steeds voller met water en zinkt langzaam naar de bodem van het IJ. Ik kan niet overboord springen, want ik kan niet zwemmen. Vlak voordat ik met het pontje kopje onder ga roep ik keihard: “Help!” Iemand pakt me vast bij mijn arm en schudt er aan. Ik open mijn ogen. “Wakker worden, Ruud,” zegt mijn vriendin. “Had je soms een nare droom?”
Ruud van Dijk
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief
Amsterdam Noord Help!