Amsterdam-Noord was in de jaren kort na de oorlog een plaats waar veel arbeiders woonden. Die verdienden hun geld bij de NDSM, Ketjen, Vuilverbranding–Noord, ADM, Fokker, etc. Geen wonder dus dat de PvdA daar volop bloeide en bij ons thuis was het niet anders, ondanks het feit dat mijn vader ambtenaar was en in het centrum werkte. Er werd PvdA gestemd, Het Vrije Volk werd gelezen, boeken werden besteld bij de Arbeiderspers en boodschappen werden gedaan bij de CO-OP. Als kind van rond de tien a twaalf jaar accepteer je dat als vanzelfsprekend.
Als we voor moeder boodschappen moesten doen en er was niet al te veel haast bij, dan werden we naar de CO-OP winkel gestuurd aan de Kamperfoelieweg, tussen de Hortensiastraat en de Ribesstraat. Credit cards bestonden toen nog niet, maar als ik zei het is voor Mulder, Nigellestraat, dan kreeg ik de boodschappen zo, zonder betalen, mee.
Moeder rekende kennelijk later eenmaal per week af. We hadden zeker een goede en betrouwbare image want dikwijls kregen we ook nog een snoepje van de winkelier. Wij dachten natuurlijk als beloning voor het flinke werk, maar de winkelier bedreef in die tijd kennelijk al de principes van klantenbinding en deed aan marketing.
Voor een kleine boodschap die snel gehaald moest worden gingen we naar de Heliotroopstraat, vlak bij dus. De winkelier was een gedrongen dikke man met een brilletje. Ik weet niet beter of hij heette Galevasius. Als je aan de beurt was, boog hij zich over de toonbank. Schoof z’n brilletje, die daarbij naar het puntje van z’n neus gleed, weer omhoog en zei “Zo mop, wat kan ik voor je doen ?”. Er moest wel betaald worden en we kregen geen snoepje. Dus gingen we liever naar de CO-OP winkel.
Een uitvloeisel van het voorgaande was dat er ook een bakker van de CO-OP bij ons aan de deur kwam. Bakker Arie heette hij. En of mijn moeder het zo geregeld had weet ik niet, maar op zaterdagmiddag mocht ik hem helpen. Al snel leerde ik een “casino” van een “knip” onderscheiden en “kadetjes” van “witte bolletjes”. Terwijl de bakker aan de deur met de huisvrouwen praatte, riep hij naar mij, bij de bakkerskar: “Een knip wit, rol beschuit en pakje roggebrood”. Ik had een broodmand met een doek erin deed het gevraagde in de mand en bracht het naar de deur, waar de bakker inmiddels had afgerekend. Dat scheelde de bakker tijd en streelde mijn ego als de bestelling juist was afgeleverd.
Verder naar de volgende klant. Meehelpen duwen en lekker kletsen met bakker Arie.
Zo was ik het grootste deel van de zaterdagmiddag bezig en bij “einde dienst” kreeg ik een krentenbol en een dubbeltje. Nou dat had ik wel verdiend en ik vond het nog leuk ook, dus de volgende zaterdag was ik weer present.
Door de kleine verdiensten kon ik ook andere leuke dingen doen. Zo herinner ik mij dat wij kinderen attent werden gemaakt op het fenomeen “Moederdag”. Overgewaaid uit Amerika, maar met onze volle sympathie omarmd. Iets terug doen voor je moeder en haar eens verrassen dat leek ons kinderen wel mooi. In het geheim telden we ons geld. Jaap, de jongste, had nog een dubbeltje van een niet versnoept ijsje, Suze, drie jaar jonger dan ik, had zelfs twintig cent en ik kon een kwartje doneren. Gezamenlijk gingen we met 55 cent op pad om iets voor moederdag te kopen. Iets huishoudelijks dus.
Op de hoek van de Kamperfoelieweg en de Hortensiastraat was toen een winkeltje in Huishoudelijke artikelen. Daar zouden we toch moeten kunnen slagen. We legden aan de winkelier uit waarvoor we kwamen en gezamenlijk speurden we de hele winkel af naar iets bruikbaars wat binnen ons budget viel. Eindelijk hadden we het gevonden: Een zeepklopper. Zo’n gazen korfje met een steel eraan waarin een stukje zeep kon worden gelegd om dan in heet water heen en weer geslagen te worden zodat er zeepsop ontstond, bv. voor de afwas.
Het artikel werd mooi ingepakt en zelf deden we er nog een bloemetje bij, geplukt uit een tuin in de buurt. Moeder was tot tranen toe geroerd en we kregen alle drie een dikke knuffel. Vader wilde wel weten hoe we aan het geld kwamen, maar dat hebben we lekker niet verklapt.
Bekijk alle afleveringen van de serie van Wim Mulder: “Mijn jeugd in Amsterdam-Noord“
© 2023 Wim Mulder. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Wilt u contact opnemen met Wim mulder?
Dat kan door de redactie een mail te sturen. Wij sturen uw bericht dan door naar Wim.
Bloemenbuurt AmsterdamNoord.com