Tuindorp Buiksloterham (Floradorp) wordt opgeleverd vanaf 1928. Het dorp telt 621 woningen, bestemd voor gezinnen uit krottenwijken in de binnenstad. De kinderen genieten van de ruimte die ze aantreffen in landelijk Noord. De jongens gaan voetballen. Al in 1930 wordt er een voetbalclub opgericht: IJ-boys.
In het begin doen bezemstelen dienst als doelen. Later worden deze vervangen door doelpalen, maar er zijn nog geen hekken. Het fel meelevende publiek omzoomt het veld, dat daardoor grillige vormen aanneemt. De toegang is gratis en dat maakt van IJ-boys een concurrent voor de Volewijckers dat vanaf 1926 op het gemeentelijk voetbalterrein Mosveld speelt. Op zondag 19 juli 1931 spelen het eerste en tweede elftal vriendschappelijk in en tegen Aalsmeer. IJ-boys gaat er naartoe op de fiets. Een supporter heeft een verslag geplaatst in de Noord-Amsterdammer van vrijdag 24 juli (de spelling is een beetje aangepast): ‘Om ongeveer 9 uur vertrokken de Boys van het clubcafé vergezeld van enige supporters(sters). De stemming was opgewekt en vrolijk wat nog aangroeide toen spelers, die in de stad wonen zich bij ons aansloten. De tocht naar Aalsmeer verliep dan ook recht gezellig, vooral toen er nog een paar mondorgels voor de dag kwamen. Ongeveer 10.45 uur kwamen wij op het terrein van Aalsmeer aan, waar het 2e elftal meteen moest spelen.’ Het tweede elftal verliest en het eerste wint. ‘En toen ging het weer vrolijk en gezellig huiswaarts en kwamen wij om ongeveer 5.45 uur in ons clubcafé aan. Dit uitstapje is de leden zo goed bevallen, dat het Bestuur wel weer gauw nog eens zo’n uitstapje zal organiseren.’ In het eerste seizoen kan IJ-boys drie seniorenelftallen op de been brengen en twee aspirantenteams. De club van Floradorp verhuist in 1932 naar Kanaaldijk 128, voorbij de krijtmolen. Dankzij de zelfwerkzaamheid van de leden beschikt IJ-boys over kleedkamers en een kantine, die ‘de keet’ werd genoemd. In 1933 wordt IJ-boys kampioen van de eerste klasse AVVB en promoveert naar de eerste klasse AVB. Het veld aan de Kanaaldijk is onbespeelbaar geworden. In 1935 kan IJ-boys een terrein huren aan de Leeuwarderweg, achter de velden van DWV en naast VVA (dat in 1940 RKVVA gaat heten en na de oorlog Rood-Wit A). IJ-boys heeft een houten school opgekocht. De werkloze leden, en dat zijn er veel in die tijd, timmeren met het gebruikte hout een clubhuis in elkaar. Aan de Leeuwarderweg, waar IJ-boys de beschikking heeft over drie speelvelden, begint een bloeiperiode. Er wordt een jeugdcommissie ingesteld. Het aantal jeugdelftallen neemt toe, waardoor er meer jong talent kan doorstromen naar het eerste seniorenelftal. De voetballers wassen zich na de wedstrijd met opgevangen regenwater. Voor de kantine wordt ‘over een grote afstand’ drinkwater gehaald in melkbussen. De clubavonden vinden plaats bij de verlichting van petroleumvergassers. Pas aan het eind van de jaren vijftig wordt IJ-boys aangesloten op elektriciteit en stromend water. |
||||||
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ“
|
||||||
Bron: Vijftig jaar AFC IJ-boys: 1930-1980. Samenstelling: C.P. Ellenbroek, Bob Kniese, Joop van Daalen. C. J. Pruijs. Het koeienland, de uitlaatklep van Floradorp. In: Amsterdam aan de overkant van het IJ, deel II. De haven, landelijk en oud Noord, de tuindorpen, Nieuwendam en Oostzaan. Van mensen en bedrijven die voorbij gingen, gebleven en gekomen zijn. Amsterdam, 1997. © 2014 – 2015 Albert van der Vliet †. Op deze publicatie berust auteursrecht. Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie? |