Het offer

Pontjesverhalen

Woensdagavond, zeven uur, het pontje van de NDSM naar het CS. Ik zit op de bagagedrager van mijn fiets en kijk om me heen. Mijn oog valt op een man van ongeveer mijn leeftijd, wellicht iets ouder. Hij heeft een aardig buikje, zonnebril op, een korte broek en gympen. Hij neemt nog een laatste hap van iets. Ik denk: een Amerikaan. Niet zo gek, gezien het aantal toeristen dat Noord tegenwoordig weet te vinden.

Hij zet zijn zonnebril af en pakt een tijdschrift uit zijn tas. Ik meen hem dan vagelijk te herkennen, dat lijkt Max wel, iemand van mijn schaakclub. Ik loop naar hem toe en kijk nog eens goed. Ja, het is Max. Ik groet hem en we raken in gesprek.

Het is niets voor niks dat we beiden op dit pontje zitten. We wonen bij elkaar in de buurt en zitten beiden in het derde team van onze schaakclub. En we zijn voor een uitwedstrijd onderweg naar Oost. We dachten alle twee dat we te laat zouden komen als we het pontje van half acht zouden nemen.

Daarna gaat het natuurlijk over schaken. Max heeft overdag drie keer een opening van de grote schaker Andersen geoefend en wil die vanavond proberen. In die opening offer je een pion en pak je in de regel even later een pion van je tegenstander terug en sta je er positioneel meteen beter voor. Uit ervaring weet ik dat die opening moeilijk te pareren is.

We grappen dat we, ongeacht hoe we er voor staan, in ieder geval om kwart over elf onze partijen moeten beëindigingen. Desnoods opgeven, al staan we op winst. Anders halen we het pontje van kwart voor twaalf niet en moeten we die ellenlange Klaprozenweg helemaal af fietsen.

Mijn tegenstander is een goeie. Hij zet mij vast waardoor ik met mijn stukken weinig kanten op kan. Ik verzin intussen wel een aanval. Als ik een loper offer door een pion te slaan en hij is zo dom om die loper te nemen, dan win ik met een beetje geluk. Maar hij heeft het doorzien en dwarsboomt eenvoudig mijn plannen. Daarna heb ik weinig in te brengen en slacht hij me langzaam af, met een heel mooi schaakmat als eind.

Ik kijk vervolgens naar het bord waar Max speelt. Hij heeft een stuk voorsprong in het eindspel, maar daarmee is de strijd nog niet gestreden. Beide spelers hebben ruim een half uur op de klok, dus het kan nog wel even duren. Ik besluit om naar huis te gaan en ben veel te vroeg voor het pontje van kwart voor elf.

Als ik Max volgende week zie, zal ik hem vragen of hij met zijn offer heeft gewonnen. En vragen of hij wel het pontje van kwart voor twaalf heeft gehaald.

Ruud van Dijk


Overzicht “Alle Pontjesverhalen


Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk

Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief


Amsterdam Noord

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -