Johan Godfried Potgiesser (1888-1934) betekent veel voor het sportleven in Amsterdam-Noord en omgeving, maar over zijn persoonlijk leven is weinig bekend. Hij vervult ongelooflijk veel verenigingsfuncties en vaak tegelijkertijd. Als geen ander heeft Potgiesser in zijn tijd de beoefening van diverse sporten gepropageerd.
Johan Godfried Potgiesser is geboren op 22 augustus 1888 in Neck, bij Purmerend. Zijn ouders behoorden tot het Evangelisch-Luthers kerkgenootschap. Adam Potgiesser (1854-1933), arbeider, en Antje Suidema (1856- 1901) kregen vijf kinderen: Stijntje (1881); Marijtje (1886); Johan Godfried (1888); Trijntje (1890) en Antje (1896). Het echtpaar was op 2 april 1880 in ondertrouw gegaan en kreeg op 16 juli een zoon, Johan Godfried, maar het jongetje leefde slechts kort. De ouders plaatsten een advertentie in Schuitemakers Purmerender Courant (SPC) van 2 maart 1884. ‘Heden overleed door eene ongesteldheid van slechts enkele dagen, onze lieve Johan Godfried, in den aanvalligen leeftijd van 3 1/2 jaar; zwaar valt ons dit verlies.’ In 1894 werd Cornelis geboren, maar ook dit zoontje werd niet ouder dan 3 1/2 jaar. Moeder Antje overleed in 1901, toen zij bijna 45 jaar was. Johan Godfried zou overlijden, na een slepende ziekte op 5 maart 1934, op 45-jarige leeftijd. Vader Adam was een jaar eerder overleden, in 1933. Potgiesser heeft voor twee geleefd. Na de lagere school ging hij werken als kaasmaker in Hensbroek, maar zijn ambitie reikte verder. Johan stortte zich op de avondstudie, terwijl zijn werkdag ongetwijfeld lang en vermoeiend was. Hij behaalde het hbs-diploma en werd vervolgens in twee etappes leraar lichamelijke opvoeding. Johan was 14 jaar toen hij, op 9 april 1903, het vaderlijk huis in Neck verliet om in Purmerend te gaan wonen. Op 19 augustus 1907 verhuisde hij van Purmerend naar de Beemster. Johan was lid van gymnastiekvereniging Hercules in de Midden-Beemster, die was opgericht in 1885 en nog steeds bestaat. Eind 1907 werd Johan ingeloot voor militaire dienst. Het militieregister vermeldt zijn lengte: 1.75 m. Propagandamiddag Op 27 november 1912 slaagde Potgiesser voor de examens ‘Vrije en Ordeoefeningen der Gymnastiek’. Hij woonde op dat moment ook in Hensbroek en studeerde voor nog een onderwijsdiploma. SPC op 26 augustus 1914: ‘Neck. Zaterdag slaagde onze plaatsgenoot, tot voor kort kaasmaker te Hensbroek, voor de acte gymnastiek M.O.‘ In november 1914 werd Potgiesser, 26 jaar, wonend in Purmerend, directeur van de gymnastiekvereniging Door Oefening Ontwikkeling (D.O.O.), dat bestond van 1913 tot 1918, in Wijde Wormer. Hij organiseerde in november 1914 twee uitvoeringen. In december 1914 was Potgiesser directeur van drie gymnastiekverenigingen in Beets: voor ‘jongelieden’, voor jongens en voor meisjes. Minstens één van deze verenigingen heette Door Wilskracht Verkregen (DWV). De fanfarevereniging musiceerde onder dezelfde naam, die in 1912 werd overgenomen door een voetbalclub uit Nieuwendam: asv DWV. De gymnastiekverenigingen in Beets waren actief tussen 1912 en 1920. Eind april 1917 werd Potgiesser gekozen tot secretaris van de pas opgerichte Noord-Hollandse Atletiekbond (AH, 30 april 1917). Begin juni nam Potgiesser zitting in de technische commissie van de atletiekbond. Zijn woonadres in juni 1917 was volgens het bevolkingsregister Zuiddijk 95A, Zaandam. Begin 1919 werd Potgiesser aangesteld als de nieuwe directeur van gymnastiek- en schermvereniging Hollandia te Purmerend (SPC, 5 maart 1919). Hollandia was tussen 1897 en 1932 een bedrijfsvereniging van melkfabriek Hollandia. Deze vereniging deed aan gymnastiek en schermen, een combinatie die vaker voorkwam in die tijd. Gymnastiekonderwijzer In oktober 1920 werd Potgiesser benoemd als gymnastiekonderwijzer aan de Musschenstraatschool. Dit was een openbare school voor gewoon lager onderwijs, aan de Mussenstraat 16. Volgens Loek Bertels (in een bijlage van zijn DWV-jubileumboek) was Potgiesser ook gymleraar op twee ulo’s: de De Bazelschool aan de Plaatijzerweg 9 (tegenwoordig Zamenhofstraat) met als hoofd der school J. Schaafsma. De andere ulo was de Adama van Scheltemaschool, Buiksloterweg 113, ‘een gemengde school voor uitgebreid lager onderwijs met 3-jarige cursus en beperkt leerplan’. Potgiesser trouwde, net 32 geworden, eind augustus 1920 in Edam met Anna Jongens, geboren in Edam op 9 februari 1894. Ze kregen vier dochters: Beemster In 1920 adverteerde Potgiesser regelmatig in de Purmerender Courant (PC). Als leraar gymnastiek gaf hij heilgymnastiek en massage aan de Zuiderweg 104A in de Beemster. Hij behandelde mensen met reumatiek, ruggengraadverkrommingen, platvoeten, verlammingen, gewrichtsaandoeningen, zenuwpijnen enz. Advertenties in dezelfde krant uit 1921 vermeldden spreekuren op woensdag- en zaterdagmiddag (dan was leraar Potgiesser vrij). Hij gaf onderricht in Zweedse gymnastiek en op vrijdagavond boksles voor gevorderden. Op dinsdagavond was er boksles voor nieuwe leerlingen. Eind mei 1921 organiseerde voetbalvereniging Purmersteyn een voetbalzondag. Potgiesser speelde mee als rechtsbinnen in een seniorenelftal van Purmersteyn, dat uitkwam tegen een studentenelftal. Het eerste elftal van Purmersteyn speelde tegen het elftal van de Gemeentelijke Elektriciteitscentrale Amsterdam. (Die vereniging ging in juni 1923 Electra heten en eind jaren veertig Energia.) In juli 1921 hield Turnkring Purmerend en Omstreken zijn 21ste turndag te Middelie. Aan de turnwedstrijden namen deel, in de tropische hitte, 700 dames en heren. Er werden ook wedstrijden gehouden in de ‘lichte athletiek’. J.G. Potgiesser deed mee aan het kogelstoten voor verenigingspersoneel. Namens Volharding uit Purmerend werd hij tweede (AH, avondeditie 18 juli 1921). Potgiesser was dus ook verbonden aan Volharding uit Purmerend. Volharding was opgericht als gymnastiek- en schermvereniging in 1878 en bestaat nog steeds als atletiekvereniging NEA Volharding. Jahn in Edam In februari 1924 gaf Jahn een voorstelling in het Heerenlogement, dat uitverkocht was. De voorzitter wees er in zijn toespraak op dat voetballers beter worden in hun sport als ze aan gymnastiek doen. Directeur Potgiesser kreeg bloemen uitgereikt door een vertegenwoordiger van gymnastiek- en atletiekvereniging Olympia uit Aalsmeer, opgericht in 1915. Potgiesser was dus ook al verbonden geweest aan het Aalsmeerse Olympia. Hij werd alsnog bedankt voor de revue die hij voor Olympia maakte toen de vereniging vijf jaar bestond. Ook Olympia combineerde gymnastiek en atletiek. Op zondag 1 juni 1924 hield Jahn een propagandadag met demonstraties, onder leiding van Potgiesser, op gymnastiek- en atletiekgebied. Er werden ook wedstrijden gehouden, in grensbal, slagbal, slingerbal en korfbal. Touwtrekken stond niet op het programma, terwijl dat een specialiteit was van Jahn. Amsterdam-Noord In november 1924 gaf Potgiesser nog steeds heilgymnastiek en massage, op zijn nieuwe adres: Van der Pekstraat 58-I. Hij adverteerde in De Waterlander (DW). Een speciale behandeling had de gymleraar in petto voor patiënten met reumatiek en zenuwpijn. Spreekuur hield hij op woensdag- en zaterdagmiddag van 1 tot 2 uur. Hij kwam op verzoek ook bij de mensen thuis. Gymnastiekverenigingen beoefenden ook andere takken van sporten zoals turnen, schermen, atletiek en ballet. In de jaren twintig speelden voetballers ’s winters hun wedstrijden en ’s zomers deden zij aan atletiek: vooral de loopnummers waren in trek. Jahn deed in 1925 mee aan atletiekwedstrijden van het Gewest Noord-Holland in Hoorn. Potgiesser werd in Hoorn tweede op het onderdeel discuswerpen. In 1925 kreeg Jahn een nieuw gymnastieklokaal aan het Damplein. Het gebouw was een lagere school geweest en werd na de verbouwing gebruikt door Jahn en overdag gaven scholen er de gymnastieklessen. Bij de opening van het nieuwe lokaal sprak de voorzitter van Jahn de hoop uit dat Potgiesser nog lang directeur zou blijven. Potgiesser verklaarde dat hij met het nieuwe onderkomen van de hel in de hemel was gekomen. Hij wilde ernaar streven met Jahn mee te doen aan de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Het is de vraag of de Edammers daar trek in hadden. In mei 1926 bedankte Potgiesser als directeur van Jahn. Oorzaak was onenigheid met de leden. Jahn verleende hem eervol ontslag en noemde hem daarbij ijverig en bekwaam, kwalificaties die Potgiesser telkens ten deel vielen.
Voorzitter DWV DWV had al vanaf 1918 een atletiekafdeling, die voortaan door Potgiesser werd getraind. Leerlingen met turnaanleg konden lid worden van KDO (Kracht Door Oefening), de gymnastiekvereniging in Noord die ook al door Potgiesser geleid werd. KDO maakte deel uit van buurt- en speeltuinvereniging Nieuwendam en sloot zich in 1939 aan bij gymnastiekverbond KNGV. Potgiesser was een van de oprichters, in 1930, van kanovereniging Viking, tegenwoordig te vinden aan de rand van sportpark Kadoelen. Bovendien was de gymleraar voorzitter van IJsvereniging Noord. Potgiesser bleef ook andere sporten propageren. Op 24 juni 1928 werden er op het DWV-terrein demonstraties gegeven van korfbal en wielrennen. In 1930 volgde een rugbywedstrijd tussen clubs uit Londen en Amsterdam. Potgiesser nam in 1929 het initiatief tot de uitgave van een clubblad voor DWV. In 1930 bedacht en regisseerde hij een DWV-revue voor de voetbalvereniging. In 1931 moest Potgiesser echter bedanken als voorzitter toen hij bleek te lijden aan een slepende ziekte. In juli 1931 bedankte Potgiesser ook als bestuurslid van IJsvereniging Noord. Hier was onenigheid binnen het bestuur de oorzaak. Potgieter vond het niet correct dat een bestuurder tevens leverancier was van de ijsvereniging. Hij was tegen belangenverstrengeling. Op 5 maart 1934 overleed Johan Godfried Potgiesser. Op vrijdag 9 maart werd hij begraven op de Noorderbegraafplaats. De begrafenisstoet reed langs de scholen waaraan Potgiesser lesgegeven had. De scholen waren die dag gesloten. Elke school eerde de gymnastiekleraar met twee kransen zodat er een aparte wagen nodig was om de vele bloemstukken te vervoeren. Een lange stoet schoolkinderen volgde de baar. De groeve werd bedolven onder de bloemen. Twee vertegenwoordigers van het college van B en W voerden het woord. Dat deed ook een spreker van de ABLO (Amsterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding). Sprekers memoreerden de belangrijke rol die Potgiesser had gespeeld als leider van vele sportverenigingen. Sprekers benadrukten de liefde en toewijding waarmee Potgiesser zich had ingezet voor het sportleven in de regio. Laatste spreker was J. Schaafsma, hoofd De Bazelschool, die namens de scholen in Amsterdam-Noord de aanwezigen bedankte voor hun belangstelling. Potgiesser werd begraven, zoals zijn wens was, met het gezicht naar het DWV-veld gekeerd. Streng |
|||||||||||
Bronnen: • De sportieve activiteiten van J.G. Potgiesser zijn terug te vinden in de regionale kranten die digitaal zijn opgeslagen in het Waterlands Archief. Dat zijn vooral: Purmerender Courant (PC), Schuitemakers Purmerender Courant (SPC), De Waterlander (DW), Provinciale Noordhollandsche Courant (PNHC). De tweede en de derde krant zijn opgegaan in PNHC; SPC in 1936 en DW in 1938. • De Noord-Amsterdammer is niet aanwezig in het Waterlands Archief, wel in het Stadsarchief Amsterdam. De krant van vóór de Tweede Wereldoorlog (1926-1941) staat op (moeilijk leesbare) microfiches en is in te zien op de leeszaal. Ingebonden jaargangen van de Noord-Amsterdammer van na de oorlog (1949-1992) zijn op te vragen in de studiezaal. • Informatie over de vele verenigingen waaraan Potgiesser verbonden was, is terug te vinden in de Databank Sport. Deze databank heeft de historische gegevens verzameld, voorlopig nog tot 1940, van zes sporten in Nederland, beoefend in verenigingsverband. Behalve gymnastiek zijn dat hockey, korfbal, schaken, tennis en voetbal. http://resources.huygens.knaw.nl/ • Algemeen Handelsblad (AH), digitaal opvraagbaar op de website van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, bevat ook enkele berichten over gymnastiekleraar Potgiesser. Verder heeft Loek Bertels in zijn jubileumboek ‘Negentig jaar DWV’ aandacht besteed aan Potgiesser, die voorzitter was van DWV tussen 1927 en 1931. Uit alle berichten komt een bijzonder energieke Potgiesser naar voren. • Loek Bertels. Negentig jaar DWV, 1912-2002; van Nieuwendammer dorpsclub tot toonaangevende amateurvereniging. Een uitgave van DWV, oktober 2002. © 2015 Albert van der Vliet. Op deze publicatie berust auteursrecht. |