Tijdens een ledenvergadering in 1941 stelde het KMVZ-bestuur voor de vereniging op te heffen. Het kassaldo zou naar ‘Winterhulp’ gaan. Dat was een armoedefonds, in het leven geroepen naar Duits voorbeeld, waartegen veel weerstand bestond. Winterhulp werd gezien als een NSB-activiteit: ‘Geen knoop van mijn gulp naar Winterhulp.‘ Zeven leden keerden zich tegen de opheffing van KMVZ. Na de oorlog sloten de voetballers van het opgeheven MVZ zich aan bij de zeven leden van KMVZ. Ketjen breidde flink uit en nam meer personeel in dienst. Uit alle geledingen van Ketjen werden voetballers opgetrommeld. Voor het eerst kon KMVZ twee seniorenelftallen op de been brengen. Na de bevrijding was Amsterdam niet bevrijd van de armoede. Schoenen waren verkrijgbaar op de bon. Iedereen had nieuwe schoenen nodig en uiteraard ruilde niemand een bon in voor voetbalschoenen. KMVZ had twaalf paar oude kicksen opgescharreld bij het begin van het nieuwe seizoen. Het eerste en tweede team moesten om beurten van de tweedehands voetbalschoenen gebruikmaken. Een leerbewerker fabriceerde een paar extra voetbalschoenen; zijn vrouw naaide groene voetbalbroekjes, in verschillende maten. Zijn zwager importeerde twintig paar voetbalschoenen uit Canada. Zo kreeg het spelersmateriaal weer wat aanzien. Een nieuw bestuur trad aan. De plaatsvervangend secretaris hield zich bezig met de vorming van een jeugdafdeling. Verenigingen van voor en na de oorlog waren vaker dan tegenwoordig omniverenigingen, zo ook KMVZ. In 1945 richtte Ketjen een personeelsvereniging op, KMVZ genaamd, die onderdak bood aan de afdelingen voetbal, bridge en tafeltennis. De personeelsvereniging organiseerde ook klaverjasavonden, dammen, schaken en biljarten. Van augustus 1946 tot december 1948 verscheen personeelsblad De Wekker. Eén van de nieuwe werknemers van Ketjen was Jan Sinkeldam, afkomstig van DWV. Hij werd trainer-speler van KMVZ en introduceerde het stopperspilsysteem, dat ook DWV successen had gebracht. Het seizoen 1947-1948 was een gouden seizoen. De drie seniorenelftallen van KMVZ werden kampioen. Het eerste elftal promoveerde naar de eerste klasse van de AVB. Sinkeldam vervulde ook bestuurlijke functies, wat hij tot 1960 zou blijven doen. In het volgende seizoen, 1948-1949, liet KMVZ de AVB achter zich en promoveerde naar de vierde klasse KNVB. De KNVB accepteerde geen verenigingen met bedrijfsnamen. KMVZ betekende immers Kantoor Maatschappij Voor Zwavelzuurbereiding. De afkorting mocht gehandhaafd blijven, maar de betekenis veranderde in ‘Kampioenschappen Moeten Verdiend Zijn’. In december 1948 was er verlichting aangelegd op het fabrieksveld, maar deze was verre van ideaal. Daarom werd de conditie opgevoerd met veldlopen in de Buikslotermeerpolder. Na de looptraining ging de ene helft van het team douchen bij midvoor Rinus Nieuwenhuyse, de andere helft ging mee met trainer-speler Sinkeldam. Het voetbalveld, de ‘hel van Ketjen’, was niet meer toereikend voor KMVZ. (Wordt vervolgd) |
||||||
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ“
|
||||||
Bronnen: • Bert Blanken, Ad Leemans. Vrucht van Vitriool; 175 jaar zwavelzuurproductie in Amsterdam. Amsterdam, november 2013. • N.W. Visser. KMVZ 50 jaar, 1929 – 1979; kroniek van een zaterdagvereniging. ‘Deze samenvatting van vijftig jaar KMVZ wordt opgedragen aan de heren J.C. van Amelrooy en F. van Beem en met hen aan allen die zich voor het verenigingswerk inzetten.’ Jubileumuitgave mmv AKZO CHEMIE Nederland BV Amsterdam N, september 1979. J.C. van Amelrooy was secretaris in het bestuur van 1945 tot 1960. F. van Beem was voorzitter van 1960 tot 1979 en misschien daarna ook nog. © 2016-2017 Albert van der Vliet(†). Op deze publicatie berust auteursrecht. Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie? |
||||||