Vanuit het raam van mijn zolderkamer aan de Wingerdweg in Amsterdam-Noord keek ik op zondag naar korfballen. Al vroeg werden de korfpalen neergezet en touwen uitgelegd die als de lijnen van het veld fungeerden. Vanaf 10 uur kon ik kijken naar de korfbalwedstrijden van de vereniging OBZB (Ons Belang Zomers Buiten). Waarschijnlijk ooit opgestart door de woningbouwvereniging.
OBZB speelde in de speeltuin op grind. Hoewel ik totaal niets had met korfballen, intrigeerde deze sport mij wel. Het is een sport die bedacht is in Nederland dus dan moest het wel een vooruitstrevende sport zijn. En dat was ook zo. In welke sport konden in die tijd dames en heren in één team spelen?
Okay, ze mochten dan niet letterlijk met elkaar spelen maar ze zaten wel in één team (zes van iedere soort dus een twaalftal). Bij OBZB waren het vooral jongens en meisjes van rond de achttien. Tenminste zo zag het er uit vanuit mijn positie. Een verrekijker had ik niet want dan was ik wellicht opgepakt voor gluren, hoewel dat in die tijd nog niet zo’n beladen onderwerp was.
Korfbal was echt populair in Floradorp. OBZB speelde in mijn herinnering met gele shirts en zwarte broeken of rokjes. De rokjes waren voor de meisjes en/ of vrouwen maar dat spreekt voor zich. Korfbal buiten werd in die tijd nog gespeeld in drie vakken met van iedere club twee dames en twee heren per vak. Dus acht spelers per vak. Vanuit mijn slaapkamerraam vond ik het er eigenlijk wel bijzonder saai uitzien.
Als de bal in vak 1 was, deden er acht spelers mee aan het spel. Vier van ieder team. De rest was aan het niets doen. Het middelste vak (vak 2) moest stand-by zijn en nog een beetje opletten omdat ze wellicht eventueel op zeker moment nog mee mochten doen maar in het verste vak (vak 3) werd er heerlijk over en weer gekeuveld tussen de jongens en meisjes, alleen de koffie of thee ontbrak. Opletten dus ho maar.
Mijn neefje Marko heeft ook nog gekorfbald en hij vertelde mij op een verjaardag dat hij het vooral leuk vond om aan de paal te hangen. Dat was overigens bij OBZB best gevaarlijk omdat die korfbalpaal los stond in een ijzeren staander. Gelukkig was er nog geen Arbo of een Veiligheidsinstituut en het is gelukkig altijd goed gegaan. Wat ik nooit begrepen heb van het spelletje, is dat je als aanvaller niet op de korf mocht gooien als je directe tegenstander (verdediger) zijn hand op stak. Dat vond ik zo raar! Ook mochten jongens de meisjes niet verdedigen of dekken hoewel dat laatste weer andere associaties bij mij oproept. Andersom weet ik niet of meisjes wel jongens mochten verdedigen of dekken.
Ikzelf voetbalde inmiddels bij de Volewijckers en ik kon mij niet voorstellen dat korfballen een bevredigend gevoel gaf. Nee, de bevrediging moest in mijn beleving toch ergens anders vandaan komen. Ik heb weleens gedacht dat het zo’n populaire sport was omdat de jongens en meisjes na afloop samen mochten douchen maar dit is mijn uitleg en die is geheel voor mijn rekening. Het is dus echt nooit bevestigd! De afkorting OBZB stond bij mij en mijn vrienden die niet korfbalden overigens voor “ONZE BABY ZONDER BILLEN”.
Tegenwoordig is korfballen volgens mij vooral een zaalsport en wordt het gespeeld in twee vakken. Een hele verbetering die het spel een stuk sneller maakt. Ook mag je tegenwoordig gewoon op de korf gooien ook als de verdediger zijn hand op steekt. De speeltuin is er volgens mij nog wel maar van de vereniging OBZB heb ik nooit meer wat van gehoord of gelezen.
Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog
© 2021 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.