We zijn maar een keer samen met het pontje naar Noord gevaren. Dat was ongeveer 15 jaar geleden, toen ze me opzocht in Amsterdam. Het ging al bijna mis op het Centraal Station, waar ik bij de uitgang aan de stadskant op haar wachtte en zij bij de uitgang naar het IJ op mij, zo bleek achteraf. In lichte paniek zocht ik het station af en kwam ik haar bij toeval tegen in een gang tussen Noord en de stad.
De tocht met het pontje maakte weinig indruk op haar. Als we het er naderhand over hadden, memoreerde ze vooral de wandeling van 30 minuten vanaf de NDSM naar mijn huis. Dat was duidelijk te lang voor haar, onderweg vroeg ze een paar keer of we er al waren. Tja, ze was tenslotte 80 en had COPD.
Ze was mijn grootste fan. Ze had geen computer en kon daardoor mijn verhaaltjes niet lezen. Dus bundelde ik die af en toe en kreeg ze een boekje cadeau op haar verjaardag of met Kerst. Genoot ik van haar glimlach als ze de verhaaltjes las. Ze leende de boekjes uit aan buren en vriendinnen. Zei ze trots: ‘Dat heeft Ruud geschreven.’ Maar toen ik laatst een boekje zocht om haar iets te vertellen over een verhaaltje kon ik het niet vinden. Best kans dat ze het boekje met het oud papier had weggegooid.
Want haar leven is niet meer wat het was. Sinds ongeveer een jaar verkeerde ze ergens tussen normale vergeetachtigheid en beginnende dementie. Maar een paar maanden geleden is ze duidelijk verslechterd en lijkt de dementie het te hebben gewonnen. Ze weet niet meer welke dag het is, ze vergeet dat ze net haar medicijnen heeft ingenomen. Wat er in de krant staat en wat op tv komt interesseert haar niet meer. Was ze altijd in de weer met haar huis en tuin, nu komt ze bijna niet meer van de bank af. Ze rust en slaapt veel. En vindt het leven doelloos.
Ze kan niet meer alleen thuis zijn, want dan raakt ze in paniek. Mijn broer, mijn schoonzus en ik hebben een rooster gemaakt zodat er 24 uur per dag, 7 dagen per week iemand bij haar is. En we hebben een aanvraag ingediend voor een plekje in een verpleeghuis. Er is er eentje bij haar in de buurt, met het pontje zou het nog geen half uur varen zijn. Toevallig heeft ze in dat verpleeghuis ruim 30 jaar als vrijwilligster gewerkt. Daar zou ze wel heen willen.
We wachten en wachten. Want je komt niet 1-2-3 in een verpleeghuis. Tussen aanvraag en een indicatie zitten instanties en die doen er drie maanden over. Dan pas kom je op een wachtlijst. Is het bijna hopen dat er dat moment snel iemand in het verpleeghuis dood gaat, zodat er een kamer voor haar vrijkomt. Als ze er tegen die tijd nog is.
Ruud van Dijk
Overzicht “Alle Pontjesverhalen“
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk
Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief