Hij was mijn meester. Die waardering draag ik al een heel mensenleven met mij mee. Ik weet wel zeker dat ik niet de enige ben. Ik had het geluk twee leerjaren bij hem in de klas te zitten. De enige twee van de Van Eeghenschool waar ik wèl levendige en warme herinneringen aan heb. Door hem.
Ik was nog een ukkie toen ik meester Dral leerde kennen. Negen jaar. Als ik even mijn ogen dicht doe, kijk ik nog altijd tegen hem op. Ik zit in de laagte in een bankje vooraan. Hoog oprijzend voor de klas daagt hij het evenwicht uit door op de grens van het podium en de peilloze afgrond, met de punt van zijn schoenen over de rand, te vertellen. Geschiedenisverhalen. Hoe wist hij dat allemaal? ‘Tja’, zei hij wel eens, ‘Ik ben er toch zelf bij geweest.’
Een van zijn unieke prestaties waren de tekenborden. Uniek in het licht van de tijd en de conservatieve Van Eeghenschool. Op een dag hingen ze er, als opklaptafels langs de rand van het lokaal onder de hoge ramen. Hier hoefde niet alleen maar geleerd te worden, het was er leuk toeven. Er werd veel meer tijd besteed aan tekenen dan dat ene miezerige uurtje in de week. Soms zelfs tot na schooltijd. Want meester Dral beheerste de opvoedkunde tot in de toppen van zijn vingers. Kinderen, vond hij, waren geen puntzakken die je met kennis kon vullen, dichtvouwen en klaar waren zij voor de vervolgschool of de arbeidsmarkt. Kinderen waren allemáál kunstenaars, alleen was de een meer kunstenaar dan de ander. En je kon ze ook lijmen. Bijvoorbeeld met tekenen. Als het puntje van je tong weer naar binnen kon omdat de taaloefeningen waren ingevuld en de staartdelingen gemaakt was, dan mocht je tekenen.
Maker van kunst ben ik niet geworden, daar waren anderen veel beter in. Gek op geschiedenis, dat wel. Door hem.
Dick de Scally
© 2024 Dick de Scally. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Een column van Dick de Scally
Dick schrijft zijn columns geheel op eigen titel.
Overzicht van Dick zijn columns.