Toen ik vorig jaar een fietstocht maakte door Amsterdam Noord waar ik geboren en opgegroeid ben, kwam ik erachter dat mijn school er niet meer is. Mijn HBS is opgegaan in het Bredero College en op de plaats waar mijn school stond, staan nu huizen voor yuppen. Dat was in mijn tijd echt anders. Spontaan kwamen er allerlei herinneringen boven die tot dit verhaal hebben geleid.
De auteur van dit artikel woont al sinds 1972 niet meer in Amsterdam Noord waar hij geboren en opgegroeid is. Over zijn herinneringen uit zijn jeugd heeft hij een boek geschreven. Omdat hij een geweldige jeugd heeft gehad in Noord, denkt hij nog geregeld terug aan die periode. Eerst kwam hij nog vaak in Noord maar toen zijn ouders jaren geleden verhuisden uit Noord kwam hij er bijna niet meer maar soms denkt hij nog met weemoed aan Noord.
In 1962 kwam ik van de Wingerdschool (LO) af met een mooie cijferlijst met achten en zelfs negens. Ik mocht voor mijn vervolgopleiding naar de HBS. Voor een jongen uit een arbeidersgezin was het in die tijd best bijzonder dat je naar de HBS ging. Als je uit een arbeidersgezin kwam, was het vaak dat je hetzelfde vak koos als je vader.
Mijn vader was metaalbewerker maar hij zei altijd: Jongen, zorg dat je op kantoor komt te werken. Het werken in een fabriek is zwaar. Die woorden heb ik in mijn oren geknoopt. Daarom volgde ik mijn twee jaar oudere broer naar de HBS. Dat was in mijn tijd een houten noodgebouw aan het eind Van der Pekstraat op weg naar de Tolhuispont, aan de linker kant.
Het was jaren daarvoor begonnen als een dependance van het Ir. Lely lyceum maar vlak voor mijn komst was de naam van de school gewijzigd. Ik heb geen levende herinnering of deze naamsverandering iets met mijn komst naar deze school te maken had maar in ieder geval heette de school toen ik er begon, het Ir. Leeghwater lyceum.
Voor mij was de overgang van de lagere school naar de HBS best een dingetje. Allemaal nieuwe vakken zoals algebra en meetkunde, scheikunde en biologie. Na de eerste algebra les kwam ik gedesillusioneerd thuis en het huilen stond mij nader dan het lachen. Waarvoor had ik in godsnaam algebra nodig? Ik zag het nut er niet van in! Algebra is dan ook nooit mijn ding geworden.
De wiskundeleraar was de heer Vogelzang, een oudere leraar die volgens mij in het leger had gezeten. Helaas heb ik op het gebied van wiskunde weinig van hem opgestoken. Hij heeft mij wel een van de belangrijkste levenslessen bijgebracht. In de eerste klas hadden we een jongen met rood haar die we wat betreft zijn uiterlijk en kleding tegenwoordig een “kakker” zouden noemen. Hij was duidelijk een buitenbeentje in de klas en werd het pispaaltje en dus gepest. De heer Vogelzang had dit tijdens de pauze buiten gezien en heeft ons in zijn wiskundeles direct na de pauze de oren gewassen. Hij heeft ons – achteraf helemaal terecht – een spiegel voorgehouden. Het is zo gemakkelijk om de zwakste uit de groep te pakken en je daar met z’n allen tegen af te zetten.
Het eerste jaar was voor mij ook een spannende tijd. Als “brugpieper” was het een hele omslag in vergelijking met de Lagere School. In het begin voel je je een beetje verloren in die grote school waarbij je ieder uur naar een andere klas moest “verkassen” maar al snel gaat het wennen. Daarbij kom je op deze leeftijd waarbij je jezelf ontzettend belangrijk gaat vinden en dat je er van overtuigd bent dat de wereld alleen om jou draait. Je voelt je ontzettend stoer.
In diezelfde tijd gaan de hormonen opspelen en krijg je aandacht voor die andere sekse. En in mijn geval, de meisjes. In het begin was het heel onschuldig en ook heel spannend maar de aandacht voor de lessen verslapte en dat was van invloed op je cijfers. Helaas heb ik alleen de 3-jarige HBS gedaan en ging ik daarna de grote wereld in en direct aan het werk maar wel met een schooldiploma op zak. Het Leeghwater lyceum was een moderne school. Niet heel streng maar toch……. Als je de les werd uitgestuurd dan kreeg je een 8- uurtje. Dan mocht je je de volgende ochtend om 8 uur melden bij de conciërge.
Niet dat je dan iets zinvols ging doen maar 20 minuten eerder op school betekende in mijn geval dat ik om kwart voor acht van huis moest en dat voelde zowat als midden-in-de-nacht. Je hele dagritme kwam in de war. In een ernstiger geval moest je je melden bij de rector, de heer Kes. Dat was een aardige man. Hij vroeg je waarom je de les uitgestuurd was en dan kreeg je een preek. Vervolgens mocht je dan het volgende uur gewoon weer terug naar je klas maar als je het heel bont had gemaakt, kreeg je een woensdagmiddag straf. Meestal kon je daar echter gewoon je huiswerk maken. In mijn klas zat Willem Kalkman en die had volgens mij een abonnement op de woensdagmiddagen. Waarschijnlijk vond hij het op school gezelliger dan thuis!
Om toch nog even terug te komen op de opspelende hormonen, heb ik de volgende herinnering. In het derde schooljaar bij Nederlands zaten we tegenover het lokaal van Frans waar op dat moment Annie Pater les kreeg van de heer Roth. Annie kwam uit Ransdorp en zat één klas hoger. Annie was een mooi meisje met halflang goudblond haar en uitdagende ogen. Zij kwam uit Ransdorp, een klein dorpje in de buurt van Amsterdam- Noord maar ze had zo mee kunnen spelen in Grease maar die film was er in 1964 nog niet! Annie leek echter wel op Olivia Newton John.
Omdat het noodgebouwen waren, konden wij door de ramen van ons de lokaal in het andere lokaal kijken. Daar zat Annie vooraan in de Franse les. Als Annie in de gaten kreeg, dat ze sjans had, bloosde ze en was ze afgeleid. Na de les kwamen we elkaar in de gang tegen op weg naar het volgende lesuur. Natuurlijk vond ze de aandacht leuk maar wij uit een lagere klas maakten geen enkele kans bij Annie.
Ik heb drie mooie jaren met herinneringen overgehouden aan het Ir. Leeghwater lyceum aan het eind van de Pekstraat maar nu is die school er dus niet meer. Ik ben in 1965 met een 3- jarige HBS diploma van school gegaan en ben beslist goed terechtgekomen maar ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe het met Annie en al die jongens en meisjes uit mijn klas is vergaan.
Dit is een aflevering/column uit de serie: Even terug in Noord
© 2023 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Over zijn herinneringen uit zijn jeugd heeft Harry eerder een boek geschreven,
“Herinneringen van een doodgewone jongen“.
Harry schreef eerder een serie op deze site: “Herinneringen van een doodgewone jongen“,
de artikelen zijn bewerkingen uit zijn boek.
Harry deelde ook eerder een herinneringsverhaal over zijn tijd bij voetbalclub de Volewijckers.
Mijn herinneringen aan de Volewijckers
Wilt u contact opnemen met Harry van Santen de Hoog?
Dat kan via het reactie formulier van Harry.