Het is alweer bijna 31 december en ongewild gaan mijn gedachten terug naar mijn jeugd in Amsterdam Noord. Tegenwoordig worden de oliebollen vaak gekocht bij de kraam in het winkelcentrum en de kerstbomen worden onder toeziend oog van de gemeente verbrand op een vooraf aangegeven plek. In 1960 was ik net 11 jaar en ging het nog anders. Toen was alles nog spannend.
De maand december zat bij ons in de familie vol met tradities. Allereerst natuurlijk Sinterklaas. Bij ons was toen wij nog geloofden een groot feest met veel cadeautjes. Later werd het een pakjesavond met veel surprises en gedichten. Vaak was het een avondvullend programma dat soms wel half twaalf duurde. Daarna volgde op 13 december mijn verjaardag ook met veel cadeaus en vervolgens de kerstdagen. Traditiegetrouw werd de kerstboom pas na mijn verjaardag opgezet. Het was ook traditie dat we een flinke kerstboom hadden die vaak zo groot was dat deze getopt moest worden om de piek nog onder het plafond te houden.
Ook in 1960 waren met kerst mijn oudste broer en mijn twee oudere zussen op één van de twee kerstdagen met vriend of vriendin bij ons thuis. Ze hadden allemaal al verkering of waren verloofd. De 1e kerstdag waren ze bij de schoonfamilie en de andere dag thuis eten of andersom. Mijn broer van dertien en ik aten alle kerstdagen thuis maar wij hadden dan ook nog geen verkering. Mijn lieve moeder zorgde op beide kerstdagen altijd voor een bijzondere maaltijd, zeg maar gerust diner.
Mijn broertje en ik hadden ook na de kerst nog schoolvakantie meestal tot 3 of 4 januari in het nieuwe jaar. Zoals bijna ieder jaar vertoefden wij op deze dagen vaak op straat in afwachting van het grote oudejaarsvuur. De eerste dagen van de vakantie was het nog een beetje lummelen en voetballen met de jongens uit de buurt maar naarmate de laatste dag van het jaar dichterbij kwam, werden we toch onrustiger en kwamen de dagen steeds meer in het teken van de kerstbomenjacht te staan.
Wij verzamelden ons bij de speeltuin aan de Wingerdweg, recht tegenover mijn ouderlijk huis en vormden daar één keer per jaar een bende, een kerstbomenbende. Ook in 1960. De meeste namen kan ik mij niet meer herinneren maar Jaap en Minkie Vellinga van een paar huizen verderop heb ik wel onthouden omdat we daar het meeste mee voetbalden en omdat we daar een paar later nog mee op vakantie zijn geweest.
De dagen na de kerst struinden we de straten af in onze wijk Zomers Buiten op zoek naar kerstbomen. Wij waren echter niet de enigen. Er waren meer van dit soort kerstbomenbendes. De bekendste was wel die van de Rimboe (tegenwoordig beter bekend als Floradorp). Die bende was het beruchtst en hadden ieder jaar de grootste kerstbomenverbranding. Daar konden wij niet tegenop!
Onze kerstbomenverbranding was altijd op de middag van 31 december en tot die tijd moesten we onze kerstbomen verstoppen voor de andere kerstbomenbendes want de rivaliteit was groot. Ook in 1960 verstopten wij de kerstbomen weer in de fietsenboxen welke zich bevonden in de achtertuinen van het blok aan de Wingerdweg. Alle bovenwoningen van het blok hadden een fietsenhok en dat waren uitstekende plekken om daar onze kerstbomen voor een paar dagen op te slaan tot aan de middag van 31 december.
Aangezien de ingang van de boxen onder een huis aan de Sneeuwbalstraat was, tegenover de Rimboe kon het wel eens uitdraaien op een gevecht. Als wij onze kerstbomen in veiligheid wilden brengen dan moesten wij er dus voor zorgen dat dit niet gezien werd door de kerstbomenbende van de Rimboe. Anders was er stront aan de knikker.
Op de middag van oudejaarsdag haalden wij onze kerstbomen op en maakten een stapel op het veldje op de hoek van de Wingerdweg en Sneeuwbalstraat, tegenover de groentewinkel van Wals. Vervolgens ging de fik erin. Dan stonden al die jongens van De Wingerdweg e.o. rond het vuur en werd er wat vuurwerk afgestoken maar dat was in vergelijking met het vuurwerk van tegenwoordige zeer onschuldig. Een rotje, een tienklapper en enkele vuurpijlen die goedkoop waren en daarom amper de lucht ingingen.
Net als ieder jaar begon mijn moeder op de laatste dag van het jaar al vroeg in de ochtend met het bakken van oliebollen en appelflappen. Altijd emmers vol want we hadden een grote familie. Als we tijdens de kerstbomenjacht honger kregen, gingen we tussendoor even naar huis om daar een paar warme oliebollen te eten maar daarna gingen we weer snel terug naar onze eigen brandstapel. Mijn moeder ging intussen gestadig door met het maken van salades en kroketten.
Ook dit was een jarenlange traditie. Mijn moeder maakte geen gewone kroketten maar echte vleescroquetten en omdat het nog op de oude manier geschreven werd, kun je je wel voorstellen dat het de lekkerste kroketten van heel Amsterdam Noord waren. Daar kon Kwekkeboom of Van Dobben niet tegenop, althans dat vonden wij in de familie.
Op Oudejaarsavond keken we tv. Misschien wel naar “Voor De Vuist Weg” met Willem ‘O’Duys maar dat weet ik niet zeker. Als jongen van 11 had je nog niet zo’n interesse in praatprogramma’s. Voor ons was het motto: “Willem Duys mag weg van de buis”. Tegen twaalf uur mochten mijn broertje en ik van onze ouders de straat op om ons vuurwerk af te steken. Aansluitend gingen we dan ook even naar het vuurwerk in de Rimboe kijken. De kerstbomenverbranding vond daar zoals ieder jaar op een kruispunt van twee straten plaats. Ook dit jaar was het weer de grootste stapel kerstbomen die ik ooit gezien had en het fik was opnieuw heel imposant. Door de warmte sneuvelden in 1960 ook weer enkele ruiten maar dat was normaal op die dag.
Daarna gingen we naar huis. Het was traditie dat we het nieuwe jaar begonnen met het eten van de vleessalade en een zalmsalades en natuurlijk broodjes. Verder waren er de onvervalste veel geprezen vleescroquetten die in de spetterende olie werden gedompeld en vervolgens op een zacht kadetje werden geserveerd. Met een voldaan gevoel gingen we daarna naar bed om de volgende morgen wakker te worden en meteen weer enkele oliebollen en appelflappen met poedersuiker te verorberen.
Dit is een aflevering/column uit de serie: Even terug in Noord – kerstbomenjacht
© 2023 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Over zijn herinneringen uit zijn jeugd heeft Harry eerder een boek geschreven,
“Herinneringen van een doodgewone jongen“.
Harry schreef eerder een serie op deze site: “Herinneringen van een doodgewone jongen“,
de artikelen zijn bewerkingen uit zijn boek.
Harry deelde ook eerder een herinneringsverhaal over zijn tijd bij voetbalclub de Volewijckers.
Mijn herinneringen aan de Volewijckers
Wilt u contact opnemen met Harry van Santen de Hoog?
Dat kan via het reactie formulier van Harry.
Youtube film: Harry van Santen de Hoog over Herinneringen van een doodgewone jongen uit Amsterdam Noord
AmsterdamNoord.com kerstbomenjacht