Het is 31 december 2021. Josefien, mijn vrouw en ik zitten te wachten op het begin van oudejaarsconference van Peter Pannekoek. Het is stil in huis maar het is coronatijd en om die reden hebben we geen mensen uitgenodigd. Alleen mijn oudste broer Joop van 85 jaar! Een paar jaar terug is zijn vrouw overleden. Zij waren zo ongeveer hun hele leven samen en daar is vrij plotseling een einde aan gekomen. Hoewel Joop tegenwoordig een vriendin heeft waar hij soms leuke dingen mee onderneemt, zou hij op deze oudjaarsavond alleen thuis zitten omdat zijn vriendin ziek is. Dat laten wij niet gebeuren.
We eten alledrie een oliebol met poedersuiker en Peter Pannekoek is inmiddels begonnen met oudejaarsconference en heeft zijn eerste grappen gemaakt. Mijn broer is weer eens vergeten om zijn gehoorapparaat thuis in te doen waardoor hij moeite heeft het allemaal te volgen. Ik heb het geluid van de tv al een keer harder gezet maar het is niet voldoende. Mijn broer maakt vertwijfeld met zijn handen twee kelken om zijn beide oren om nog iets op te vangen van de grappen. Ik ben bang dat hij het niet goed kan volgen.
Ondanks dat ik het begin van de conference goed vind, dwalen mijn gedachten toch ongewild af naar mijn jeugd in Amsterdam Noord. Het is 1960. Ik ben net 11 jaar geworden. December is een maand met veel tradities in onze familie. Allereerst natuurlijk Sinterklaas. Bij ons in de familie betekende het een uitgebreide pakjesavond met veel surprises en gedichten. Meestal een avondvullend programma. Dan volgde op 13 december mijn verjaardag en vervolgens de kerstdagen. De kerstboom werd altijd pas na mijn verjaardag opgezet. Het was altijd een flinke kerstboom die vaak getopt moest worden om de piek nog onder het plafond te houden. Ook dit jaar waren met kerst mijn oudste broer en mijn twee oudere zussen op één van de twee kerstdagen met vriend of vriendin bij ons thuis. Mijn moeder zorgde op beide dagen voor een bijzondere maaltijd, zeg maar gerust diner. Zo ook deze kerst in 1960.
Na de kerst hadden mijn twee jaar oudere broer in ik nog vakantie. Zoals bijna ieder jaar vertoefden we ook deze dagen vaak op straat. Een beetje lummelen, een beetje voetballen. Veel gezinnen doen na de kerst hun kerstboom weer de deur uit omdat de boom al snel zijn naalden verliest. Dat betekent dat de laatste dagen voor oudjaarsdag altijd in het teken van de kerstbomenjacht komt te staan. Wij, de jongens en een enkel meisje van de Wingerdweg verzamelden ons bij de speeltuin. Daar vormden wij ieder jaar een bende. Ook in 1960. Enkele namen die ik mij herinner zijn o.a. Jaap en Minky Vellinga, Gerard Visser, de kinderen van de familie Ponsen en nog meer waar ik helaas de namen niet meer van ken. We struinden die dagen de straten af in onze wijk Zomers Buiten op zoek naar kerstbomen. Wij waren echter niet de enigen. Er waren meer van dit soort kerstbomenbendes. De bekendste was wel die van de Rimboe. Die hadden ieder jaar de grootste kerstbomenverbranding. Daar konden wij niet tegenop!
Onze kerstbomenverbranding was altijd op de middag van 31 december en tot die tijd moesten we onze kerstbomen verstopt houden voor de andere kerstbomenbendes. Ook dit jaar verstopten wij de bomen weer in de fietsenboxen welke zich bevonden in de achtertuinen van de Wingerdweg. Alle bovenwoningen hadden een fietsenbox en dat waren uitstekende plekken om daar onze kerstbomen voor een paar dagen op te slaan tot aan onze kerstbomenverbranding. Aangezien de ingang van de boxen onder een huis aan de Sneeuwbalstraat was, tegenover de Rimboe kon het wel eens uitdraaien op een ruzie. Als wij onze kerstbomen in veiligheid wilden brengen dan moesten wij er dus voor zorgen dat dit niet gezien werd door de kerstbomenbende van de Rimboe. Anders was er stront aan de knikker.
Op de middag van oudjaarsdag haalden wij onze kerstbomen op en maakten een stapel op het veldje op de hoek van de Wingerdweg en Sneeuwbalstraat, tegenover de groentenwinkel van Wals. Vervolgens ging de fik erin. Natuurlijk staken wij dan ook stiekum al wat vuurwerk af maar dat was in vergelijking met het vuurwerk van tegenwoordige zeer onschuldig. Een rotje, een tienklapper en enkele vuurpijlen die goedkoop waren en daarom amper de lucht ingingen.
Net als ieder jaar begon mijn moeder ook op deze oudjaarsdag in 1960 al vroeg in de ochtend met het bakken van emmers met oliebollen en appelflappen. Tijdens de kerstbomenjacht gingen we soms tussendoor even naar huis om daar een paar oliebollen te eten maar daarna weer snel terug naar onze eigen brandstapel. Mijn moeder ging intussen gestadig door met het maken van salades en kroketten. Het waren geen gewone kroketten maar echte vleescroquetten en omdat het nog op de oude manier geschreven werd, kun je je wel voorstellen dat het de lekkerste kroketten van heel Amsterdam Noord waren. Daar waren wij het als familie in ieder geval over eens.
Op Oudjaarsavond keken we tv. Misschien “Voor De Vuist Weg” met Willem ‘O’Duys maar dat weet ik niet zeker. Als kind had je nog niet zo’n interesse in praatprogramma’s. Voor ons was het motto: “Willem Duys mag weg van de buis”. Tegen twaalf uur mochten we van onze ouders de straat op om vuurwerk af te steken. Aansluitend gingen we stiekem even naar het vuurwerk in de Rimboe kijken. De kerstbomenverbranding vond daar zoals ieder jaar op een kruispunt van twee straten plaats. Het was ook dit jaar weer de grootste stapel kerstbomen die ik ooit gezien had en het fik was opnieuw heel imposant. Door de warmte sneuvelden in 1960 ook weer enkele ruiten. Daarna gingen we naar huis. Het was traditie dat we het nieuwe jaar begonnen met het eten van de vleessalade en een zalmsalades en natuurlijk broodjes. Verder waren er de onvervalste veel geprezen vleescroquetten die in de spetterende olie werden gedompeld en vervolgens op een zacht kadetje soldaat werden geserveerd. Met een voldaan gevoel gingen we daarna naar bed om de volgende morgen wakker te worden en meteen weer enkele oliebollen en appelflappen met poedersuiker te verorberen.
Toen wij al lang weer thuis waren van de wandeling, kwam tante Riek in haar eentje doodmoe aansjokken. Ze had Jopie niet gevonden waardoor ze zich vervolgens weer zorgen ging maken waar die rot jongen nou was gebleven. Enige tijd later kwam Jopie aanlopen. Jopie was haar enige zoon dus tante Riek was dolgelukkig dat hij weer terug was en ze was het hele voorval dus heel snel vergeten.
Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog
© 2022 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.
AmsterdamNoord.com Oudjaarsdag