In 1965 werd een nieuw trainer aangetrokken, J. Soeurt, oud-Volewijckspeler. Soeurt begon het eerste elftal te verjongen. Een van de debutanten was Ruud Krol. De winter van 1965-1966 maakte voetballen vaak onmogelijk. Tijdens de voetballoze zondagen week de trainer met zijn selectie uit naar de duinen bij Bakkum, waar aan de conditie werd gewerkt. Rood-Wit A mocht een garage van de GILO (Gemeentelijke Inspectie Lichamelijke Opvoeding) gebruiken. Deze werd in 1966 verbouwd tot een noodkantine, die de ‘pijpenla’ of ‘pub’ werd genoemd. Gezelligheid was troef in de kantine met als gevolg een ongelooflijk hoge omzet. Soeurt had succes met zijn aanpak. In het seizoen 1966-1967 werd het eerste elftal ongeslagen kampioen van de vierde amateurklasse KNVB. Centrale verdediger Ruud Krol werd ingelijfd door Ajax, waar hij in het eerste team linksback zou gaan spelen. In 1968 werd Rood-Wit A kampioen van de derde klasse. Iedereen had gerekend op een beslissingswedstrijd tegen de Meteoor, maar de club uit Tuindorp-Oostzaan verloor de laatste competitiewedstrijd. De thuiswedstrijd tegen de Meteoor, eerder in het seizoen, was bezocht door 2500 toeschouwers. Vanaf september 1968 mochten jongens van 8 jaar ook voetballen bij Rood-Wit A. De noodkantine moest in hetzelfde jaar verdwijnen. Er kwam met hulp van de GILO een ander noodgebouw. Daarin was de kantine groter dan de eerdere pijpenla. Er was ook een ruimte om te vergaderen. De kleedkamers voor het eerste elftal en de bezoekers werden voorzien van douches. Dat mocht ook wel: Rood-Wit A speelde immers in de tweede klasse KNVB. In 1969 werd, in goed overleg, afscheid genomen van trainer Soeurt. In vier seizoenen had hij het eerste elftal van de vierde naar de tweede klasse gebracht. Wim Hoeben werd de nieuwe trainer. In 1970 werd het eerste elftal met zeven punten voorsprong kampioen van de tweede klasse en promoveerde naar de eerste klasse. In Utrecht had Rood-Wit A met 2-1 gewonnen van HMS. De spelersbus en de drie bussen met supporters, gevolgd door een lange stoet particuliere auto’s, waren in triomf uit Utrecht teruggekeerd. In Amsterdam-Noord was de ontvangst indrukwekkend. In 1971 zou Rood-Wit A 50 jaar bestaan en verhuizen naar sportpark De Weeren. In 1970 werden een jubileum- en een bouwcommissie ingesteld. Op 28 november 1970 werd de eerste paal geslagen voor het nieuwe clubhuis. In 1971 telde de vereniging 48 elftallen: 5 zaterdagelftallen, 10 seniorenteams, 5 A-junioren, 5 B-junioren, 7 C-juniorenelftallen en 16 pupillenelftallen, verdeeld over 8 A- en 8 B-elftallen. Het eerste elftal was eersteklasser en de kantineopbrengst overtrof de verwachtingen. Rood-Wit A hoort aan de top, stelt het jubileumboek op de laatste pagina: ‘Op naar de volgende 50 jaar!’. In 1981 verscheen er opnieuw een jubileumboek Rood Wit-A 60 jaar 1921-1981 (het verbindingsstreepje stond voor ‘Wit’ en staat er nu achter). In 1999 fuseerde Rood-Wit A met asv Schellingwoude. |
||||||
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ” (na 1945)
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ” (tot 1945) |
||||||
Bron: • Vijftig jaar Rood-Wit Amsterdam, 13 april 1971; jubileumuitgave. Samenstellers J.P. van der Pol, A.W. de Wildt. • Rood Wit-A: 60 jaar 1921-1981. Samenstelling Jan van der Pol. Amsterdam-Noord, Rood Wit-A, 1981 (collectie Hans Deerenberg). © 2016-2017 Albert van der Vliet(†). Op deze publicatie berust auteursrecht. Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie? |