’t IJ lag zoo stil, zoo blauwgrijs en dacht met enkel stille rimpels
stil na over het jaar dat ten einde ging.’
Deze woorden schreef Nescio honderd jaar geleden toen hij naar de Zuiderzee bij Schellingwoude keek. Hij wandelde hier graag met zijn vrienden en kwam er, evenals in Durgerdam en Ransdorp regelmatig. Hij schreef er mooie korte zinnen over.
Na Nescio’s wandelingen is een eeuw verstreken en is er veel veranderd, vooral als gevolg van de annexatie van de dorpen door Amsterdam. Ik herinner me nog de bouw van de Schellingwouderbrug, de eerste vaste oeververbinding tussen Amsterdam en Noord. Vanuit Tuindorp Oostzaan reden wij per bus over deze brug voor zwemles naar het Sportfondsenbad in Oost. Later, toen ik een krantenwijk had, moest ik op een ijskoude decemberavond over diezelfde brug op de fiets naar Oost rijden om bij een drukker nieuwjaarskaartjes op te halen. Bij aankomst was ik verkleumd en kocht bij de eerste de beste cafetaria een bamibal om een beetje bij te komen. Daarna heb ik nooit meer zo’n lekkere bamibal gegeten. Op zomerse dagen was het heel wat prettiger om in deze omgeving te fietsen. Bij Oranjesluizen was het vaak gezellig druk.
Tot ver in de 19e eeuw kon de Zuiderzee diep doordringen in het IJ met alle gevolgen van dien. Tijdens de aanleg van het Noordzeekanaal werd de bouw van de sluizen in IIJmuiden en bij Schellingwoude noodzakelijk om het binnendringen van zowel de Noordzee als de Zuiderzee voortaan te kunnen voorkomen. Bij Schellingwoude kwamen drie sluizen zodat de scheepvaart tussen Amsterdam en de Zuiderzee mogelijk bleef; in 1872 voer het eerste schip door de sluis. Voor het personeel van de sluis werden 23 woningen aan de Schellingwoudse kant gebouwd. Het stoomgemaal aan de noordzijde van de sluizen werd al in 1895 vervangen door een gemaal aan de zuidzijde. In1909 kwam er een telegraaf en hulppostkantoor voor de binnenvaartschippers. In1997 en 2000 werd het oude sluizencomplex ingrijpend verbouwd en gemoderniseerd. In 1916 was er op de vroeger baggerbergplaats bij de Oranjesluizen een klein marinevliegkamp voor watervliegtuigen gebouwd.
Na de aanleg van de Oranjesluizen werd Schellingwoude een plek waar Amsterdammers op zondags graag naar toe trokken. Er voer een veerboot naar de sluizen, maar velen kwamen ook lopend vanaf het Tolhuis en via de Nieuwendammerdijk. Er werd graag gekeken naar de passerende schepen door de sluizen, er was een speeltuin voor de kinderen en de volwassenen genoten van een drankje in een van de vijf cafe’s.
In 1916 sloeg de waterwolf via een dijkdoorbraak bij Durgerdam nog eens toe en een groot deel van Waterland liep voor de zoveelste keer onder water. De ramp vormde de aanleiding om plannen voor de afsluiting en inpoldering van delen van de Zuiderzee te gaan realiseren.
Het valt nu bijna niet meer voorstellen dat drie vissers, vader en twee zoons, uit Durgerdam in 1849 na het dooien van het ijs op de Zuiderzee op een los geraakte schots 14 dagen rond dreven en uiteindelijk door vissers van Vollenhove gered werden. De vader en een zoon overleden twee dagen later.
© 2019 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.
Overzicht alle afleveringen Amsterdam-Noord van Y tot stadsdeel.
Ruud maakt de series geheel op eigen titel.
Reageren? U kunt contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail aan Ruud Borman door.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief