“Schellingwoude, leven op de scheiding van water en land”
HCAN, €25,—.
230 pag. A4-formaat.
Het boek laat een boeiend beeld zien van een intiem dorp, al eeuwen gelegen op de scheiding van water en land. In 1921 werd Schellingwoude geannexeerd door Amsterdam. Burgemeester Femke Halsema schreef een voorwoord.
Stichting Historisch Centrum Amsterdam-Noord (HCAN)
Met bijdragen van: Peter de Graaf, Wendelien Halbertsma, Wil Sartorius, Gonnie Tuinhout, Jeannette van der Stelt.
Eindredactie door: Jeannette van der Stelt.
Velen anderen hebben met foto’s, documentatie, tips en verhalen aan dit boek bijgedragen.
Onder de video treft u een uitgebreide beschrijving van dit boek over Schellingwoude.
BESTELINFORMATIE
In 1921 is het dorp geannexeerd door Amsterdam en de huidige burgemeester Femke Halsema heeft dan ook het voorwoord geschreven. Een boekpresentatie, waarop gewoonlijk vele HCAN-vrienden afkomen, kan helaas niet doorgaan vanwege de overheidsmaatregelen om besmetting met het coronavirus in te perken.
Vijftien hoofdstukken en een bewonerslijst
Het water voor de deur en de volkstuinen in de rug, ingeklemd door de Zuiderzeeweg en de A10-Noord, heeft het intieme Schellingwoude veel te vertellen. Lees over de verdwenen middenstand, het wel en wee van de school, de kerk en de talrijke verenigingen, over de industrie aan de IJ-oever en hoe de watersnood van 1916 en de afsluiting van Zuiderzee het karakter van dit vissersdorp heeft veranderd.
Velen kennen Schellingwoude dankzij de lange brug, die in 1957 over het IJ is aangelegd. Daar is 40 jaar later de Zeeburgertunnel naast gekomen. Over en weer waren de IJ- oevers al sinds 1872 te voet bereikbaar via de grootse Oranjesluizen en die over het Merwedekanaal. Maar de romantiek van het Schellingwouderbootje blijft, en een tochtje is steevast een onderdeel van schoolreisjes. Vele buitenlandse toeristen bekijken vanaf het water de drukke Amsterdamse haven. Tsaar Peter ging hen voor.
In de geschiedenis van Schellingwoude komt de strijd tegen het water steeds terug. Ruim een halve eeuw procedeert het vissersdorp bij de Staten van Holland om het onderhoud van de zeedijk aan de gezamenlijke Waterlandse dorpen op te dragen. In 1659 krijgt Schellingwoude gelijk en de van hogerhand opgelegde samenwerking groeit uit tot de Unie van Waterland. Tijdens de Opstand begint de Slag op de Zuiderzee vlak voor de kust van Schellingwoude. Zowel Spanjaarden als geuzen weten van plunderen. Zo eisen de geuzen voor een gegijzelde boer een losprijs van omgerekend 18.500 euro, te betalen op het eiland Texel.
Tijdens de watersnood van 1916 is Schellingwoude een tussenstop voor de vele vluchtelingen en hun vee. De koninklijke familie bezoekt enige malen vanuit Schellingwoude Waterland. Het dorp heeft zelf relatief gezien weinig schade, maar verarmd in de volgende jaren dusdanig dat het bestuur in 1921 instemt met annexatie door Amsterdam.
In 1917 landen op het vliegkamp Schellingwoude aan de Zeeburgerzijde van het Buiten-IJ de eerste Nederlandse marinevliegers. Later volgen Italiaanse fascisten, Duitse generaals en andere belangrijke personen, zoals Charles Lindbergh die in 1933 met alle egards wordt ontvangen. Dit vliegkamp en de Oranjesluizen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog van strategisch belang.
De bezetter is in het voorjaar van 1945 van plan Waterland te inunderen, maar het verzet weet de springladingen in de dijk te saboteren. Het dorp heeft op 7 mei 1945 zijn eigen schietincident tussen nog gewapende Duitsers en de Binnenlandse Strijdkrachten. Acht dagen na de bevrijding verhinderen Canadezen niet de executie wegens desertie van twee, al krijgsgevangen genomen Duitse soldaten op het vliegkamp.
Het laatste hoofdstuk betreft een overzicht van de hoofdbewoners van 1928-1929, toen de Ransdorpse D-nummering werd aangepast aan het Amsterdamse systeem van straatnamen en huisnummers. De scheiding tussen Nieuwendam en Schellingwoude komt dan bij de Breek te liggen.
Over het maken van dit boek
Veel Schellingwouders hebben het HCAN voorzien van verhalen en fotomateriaal. De vijf schrijvers hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt. Het voorwoord van Femke Halsema was de kers op de taart.
Veel archiefwerk
De schrijvers hebben zoveel materiaal gevonden dat het boek heel veel dikker is geworden dan aanvankelijk was beoogd. Dat komt mede door de digitale archieven, boeken en oude kranten, vertelt Jeannette van der Stelt, de eindredacteur. Maar voor haar gaat niets boven het openen van een archiefdoos in een studiezaal. Wat ga je vinden?
Een dikke map van de Amsterdamsche Kanaal Maatschappij met besluiten uit 1873 over de aanleg van de Oranjesluizen ruikt nu nog naar sigaren. En tussen die brieven van Justus Dirks zit zowaar de snorhaar van een kat. Met een beetje fantasie hoor je zijn pen over het papier krassen.
In een map van Publieke Werken blijken onbekende foto’s van de Schellingwouder school te zitten, die in 1963 op last van de inspectie wegens bouwvalligheid is ontruimd. De jas van het schoolhoofd hangt aan een haakje aan de kast met leermiddelen, alsof hij zojuist binnen is komen lopen.
Lang niet alle vondsten zijn in het boek terecht gekomen. Zo heeft architect Karel de Bazel omstreeks 1920 voor de Koninklijke Nederlandse Scheepvaart Maatschappij een woonwijk ontworpen aan de noordoostzijde van de Schellingwouderbreek. Dat plan is niet doorgegaan en uiteindelijk heeft Amsterdam invulling gegeven aan die wijk.
BESTELINFORMATIE