21 November 2018 vond er een spoeddebat plaats over de Javabrug.
De Redactie ontving onderstaande ingezonden brief/verslag van een bewoner van Amsterdam-Noord met als titel:”Spoeddebat.”
Spoeddebat
Wanneer ik bijna bij de Stopera ben, hoor ik vanaf de Weesperstraat een demonstratie met trommels naderen. Ik vraag me af of die mensen soms ook voor het spoeddebat komen waar ik naar onderweg ben.
Ik parkeer mijn fiets langs de Amstel en rook nog even een shagje. Een man spreekt me aan en vraagt of dit de Stopera is. Ik antwoord: al 30 jaar. Het blijkt dat we naar dezelfde vergadering gaan en dat we medestanders zijn.
Amsterdam, anno 2018. Ik moet in het stadhuis mijn rugzak ter controle laten doorzoeken, mijn zakken legen en door een detectiepoortje.
De demonstratie eindigt daadwerkelijk in de hal van de vergaderruimte, waar ik inmiddels zit en ‘onze’ Annemarie, Inge en Maxim heb begroet. Ik weet niet waarvoor of waartegen de mensen demonstreren, maar iemand vertelt me dat het de fietsersbond is. Ze krijgen in ieder geval wel aandacht: televisiecamera’s draaien.
De reden voor het spoeddebat is de publicatie van een brief van Rijkswaterstaat aan de stad. Rijkswaterstaat is tegen alle varianten van een mogelijke Javabrug. Hun conclusie: voor de scheepvaart te gevaarlijk.
Na ruim een uur vergaderen is er het inspreekuurtje over de mogelijke komst van de Javabrug. Bewoners, schippers en organisaties mogen hun zegje doen. Ze zijn allemaal tegen een brug en voor een tunnel. Alleen de fietsersbond is voor de brug.
Ik ben inspreker nummer 6 of 7. De inspreekster voor me maait ongeveer het gras voor mijn voeten weg. Wat zij zegt, had ik zelf ook min of meer in gedachten: een pleidooi voor meer pontjes. Toch ga ik na haar op de stoel voor insprekers zitten.
Ik ben nog niet eens halverwege als de voorzitster zegt dat ik nog maar één minuut heb. Ik kijk op het papier met de tekst van mijn betoog en bedenk dat dit me niet gaat lukken. Ik begin wat meer te stotteren. En schrap intussen een groot deel van mijn tekst.
Net op het moment dat de voorzitster zegt dat ik moet afronden, wil ik aan mijn conclusie beginnen. Die sla ik dan maar over en begin aan een p.s. over de huidige IJtunnel als fietstunnel. Ik heb het gevoel dat ik nog niet de helft kan zeggen van wat ik had willen zeggen.
Weer een aantal insprekers later begint de commissie aan het debat over de Javabrug. Sommige raadsleden zijn ‘not amused’ dat ze nog steeds die bewuste brief niet hebben mogen zien. Dat past toch niet bij een transparant gemeentebestuur.
De verantwoordelijk wethouder betoogt: geen transparantie in het belang van het proces dat nu in gang is gezet. De gebruikte beeldspraak: je moet geen kippen storen die broeden. De gesprekken tussen Rijkswaterstaat en de stad zouden van beide kanten zeer constructief zijn, met de intentie om er echt uit te komen. Veiligheid boven alles.
Ja ja.
En het argument dat ze eerst ook met de bewoners in gesprek wil voordat de brief openbaar wordt. Er gaat een lichte siddering door het publiek. In gesprek met ons? Dat hebben ze de afgelopen jaren nog nooit gedaan!
Om vier uur is het debat over de Javabrug afgelopen. Eenmaal buiten rook ik op dezelfde plek weer een shagje. En ik vraag me af of het spoeddebat zin heeft gehad. Ik ben bang van niet.
Hopelijk houdt Rijkswaterstaat zijn poot stijf. Wordt het helemaal geen constructieve dialoog met de stad, maar een zeer destructieve.
Ruud van Dijk
Zo af en toe ontvangt de redactie van AmsterdamNoord.com het verzoek een ingezonden brief te plaatsen. Meestal is de ingezonden brief van een bewoner van Amsterdam-Noord.
De redactie staat open om ingezonden brieven te plaatsen. Het is echter aan de redactie om te bepalen of een ingezonden brief wel of niet zal worden geplaatst. Bekijk het overzicht van ingezonden brieven en lees de richtlijnen.