De DHVB werd in 1940 opgeheven, net als de andere voetbalbonden op levensbeschouwelijke basis. De NVB kwam er voor in de plaats. Oranje Zwart werd opgeheven tijdens de oorlog. (Er was nóg een Oranje Zwart, een neutrale voetbalvereniging in de stad, opgericht op 13 februari 1921, die uitkwam in de Amsterdamse Voetbalbond, de AVB.) Fred Stam beschrijft in zijn jubileumboek dat frater Martialis een vergadering had belegd in de zomer van 1947. De frater, afkomstig uit Utrecht, was verbonden aan de Sint Stephanus Bellesinischool, de jongensschool aan het Orionplantsoen. Hij was zelf een verdienstelijk dribbelaar en leider van het schoolelftal. Martialis opende de vergadering door een voetbal op tafel te leggen. Hij zei dat ze bijeen waren gekomen om een voetbalclub op te richten. ‘Tuindorp Oostzaan moet weer een Rooms-Katholieke voetbalvereniging krijgen.’ De 25 aanwezigen vonden het een goed idee, maar vroegen zich meteen af waar een terrein was, hoe ze tenues konden kopen en kicksen. In de jaren na de oorlog was er nog veel schaarste en armoede. De nieuwe club ging heten Tuindorp Oostzaanse Boys, T.O.B. De website www.rsssf.com geeft als oprichtingsdatum 17 juli 1947. Elke rooms-katholieke voetbalvereniging had ongeveer dezelfde doelstelling. Volendam formuleerde het zo: ‘De voetbalsport – en als het noodzakelijk en mogelijk blijkt, ook andere sport – te beoefenen in Roomsch-Katholieken geest, nl. met bescherming en verzorging der godsdienstig-zedelijke belangen harer leden volgens Katholieke beginselen en overeenkomstig de bisschoppelijke bepalingen.’ TOB moest meteen aan de slag want het seizoen 1947-1948 stond voor de deur. De ‘boys’ kwamen uit in de derde klasse van de AVB. Aan de huidige Appelweg lag een stuk opgespoten land: een voetbalveld met veel zand en weinig gras. Kleedkamer was een lokaal van speeltuinvereniging DES. De gemeente had de ‘Sahara’ maar voor een jaar beschikbaar gesteld. TOB week daarna uit naar een stuk land aan de Melkweg. Boer de Kock, lid van het kerkbestuur, ging het veld bewerken: draineren en inzaaien. Hij wilde zijn geloofsbroeders bijstaan, maar vroeg wel de – in die tijd – lieve som van 2000 gulden voor zijn werkzaamheden. Gras wilde er echter niet groeien. Het TOB-bestuur protesteerde bij De Kock maar de boer bleef onverstoorbaar: ‘Als God wil dat er geen gras groeit, dan groeit er geen gras.’ Twee voetballers deelden één paar kicksen. Dat ging meestal goed want de één speelde in het eerste team en de ander in het tweede. De voetbalkleren in het TOB-elftal verschilden nogal van elkaar. De leider van de voetbalafdeling werkte op de Albert Cuyp en had in 1948 enige textielbonnen weten te bemachtigen. Op de markt vond hij twaalf witte shirts met een verticale blauwe baan, witte broeken en 24 blauwwitte kousen. Dat is nog steeds het tenue van TOB. |
||||
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ” (na 1945)
Alle afleveringen “Voetbal benoorden het IJ” (tot 1945) |
||||
Bronnen: • Fred Stam. 40 jaar T.O.B.-historie; 1947-1987. 125 pagina’s. • Website met historische gegevens van vóór de Tweede Wereldoorlog: http://resources.huygens.knaw.nl/sportbondenclubsperiodieken • Website met historische gegevens voetbalverenigingen: FervanDijk
© 2017 Albert van der Vliet (†). Op deze publicatie berust auteursrecht. Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie? |