Toevallig weerzien

Toevallig weerzien
Pontjesverhalen


Op de fiets onderweg naar het NDSM-pontje passeer ik een man van ongeveer vijftig jaar. Hij staat op de stoep, met zijn fiets ondersteboven en hij prutst met een schroevendraaier aan de ketting. Tot mijn verrassing stopt hij met die fiets honderd meter verder naast me als ik bij het stoplicht wacht. We raken in gesprek over het nut van daar wachten en zijn het eens: auto’s kunnen op die plek zomaar van alle kanten verschijnen, als fietser heb je dat van te voren niet door. En we zijn beide types zonder haast. Nadat het stoplicht op groen springt fietsen we nog honderd meter samen op. We zeggen elkaar gedag, als hij linksaf slaat en ik rechtdoor ga.

Hij is sneller dan ik, want op het pontje staat hij al op het achterdek als ik aan kom fietsen. Ik rem en ga naast hem staan. “Nou, dat is toevallig,” zeg ik. En we zetten ons gesprek voort. Ik vertel hem dat ik onderweg ben naar een fietsenmaker om mijn eigen ketting te spannen of te vervangen. Hij is onderweg naar zijn fietsenmaker om de fiets weg te geven. Hij had de fiets bij het vuil gevonden en had ontdekt dat de ketting van het tandwiel afliep als hij kracht moest zetten. En als je Tuindorp Oostzaan verlaat moet je altijd wel ergens een helling beklimmen.

“Volgens mij ken ik je ergens van,” zeg ik, “zit je niet af en toe op één van de bankjes in de Molenwijk?” Nee, daar zit hij nooit, maar het blijkt dat hij een paar honderd meter bij me vandaan woont. Dus grote kans dat we elkaar al meer dan eens op straat zijn tegengekomen.

Wat later komt een man per brommer het pontje oprijden en stopt naast ons. Hij en mijn metgezel groeten elkaar en schudden handen. Wat later vragen ze zich of waar ze elkaar eigenlijk van kennen. Was het van een coffeeshop in Noord? Of was het van een café? De sportschool? Want, ken je die, of ken je die soms? Na enig gissen komen ze erachter dat het de coffeeshop was.

Mijn metgezel had namelijk vroeger een coffeeshop in de Van der Pekstraat. “Ken ik niet,” zeg ik, “was dat soms voor mijn tijd?” Ik woon inmiddels bijna 20 jaar in Noord, maar die coffeeshop was er dus eerder. Het wordt zo een gesprek over wat wij in ons leven aan drank en drugs hebben gebruikt en nog gebruiken, of juist niet meer.

De eigenaar van de coffeeshop vertelt hoe hij met zijn weed duizenden guldens verdiende. De man van de brommer vertelt over de grote hoeveelheden coke die hij vroeger snoof. Ergens blijkt het toch te zijn misgegaan in hun beide levens, want ze kampen al jaren met grote schulden door de boetes de ze hebben gekregen. Boetes voor te snel rijden, of voor meer duistere zaken. Maar ze zijn bijna klaar met afbetalen. De man van de brommer zegt dat hij zelfs een document op zak heeft om aan de politie te kunnen laten zien als ze hem aanhouden. Dat de politie hem niet zomaar kan oppakken, omdat hij zijn leven aan het beteren is.

Levensverhalen in 6 minuten tijd. Bij de Westerdoksdijk verplaatsen we ons naar het voordek van het pontje. We meren aan. We steken onze duimen op en zeggen elkaar gedag. Daarna gaat ieder zijns weegs.

Ruud van Dijk

Overzicht “Alle Pontjesverhalen
Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk

Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief 


Amsterdam Noord

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -