Ik was vijf jaar toen ik vanuit de Stadionbuurt in Zuid naar het nieuwe deel van Tuindorp Oostzaan verhuisde. Het werd Terrasdorp genoemd vanwege de hier en daar aangebrachte hoogteverschillen in de bouw, zoals bij het Ananasplein.
Een groter verschil met de al dertig jaar eerdere gebouwde woningen van het ‘oude dorp’, in de aangrenzende, veel lagere polder, was nauwelijks denkbaar. Dat oude dorp was gebouwd door een bevlogen architect die arbeidersgezinnen uit de sloppenwijken in de binnenstad een mooi huis met voor- en achtertuin wilde geven in het nog ruime land boven het IJ. Dat was uniek in die tijd, evenals in de andere tuindorpen die toen elders in ‘Noord’ werden aangelegd. Het moesten sfeervolle dorpen worden met winkelpleinen en mooie schoolgebouwen. Het ‘hart’ van het oude Tuindorp Oostzaan werd het Zonneplein, dat ook monumentaal mooi werd gebouwd en eveneens het eerste ‘winkelcentrum’ was.
In Terrasdorp werd bij de bouw niet gebruik gemaakt van bakstenen, maar van geprefabriceerde bouwonderdelen. Het uiterlijk van de woningen had uiterlijk niets van doen met de meer knusse woningen in het oude Tuindorp. De woonblokken lagen verder uit elkaar en er waren plantsoenen en speeltuintjes in de open ruimten. Vlak bij ons huis was een relatief groot plein van straattegels waar, voordat wij er gingen voetballen, nooit iets gebeurde. Terrasdorp was te wijds opgezet om een gezellige buurt te kunnen worden. Het Ananasplein, waar de winkels waren was ook een te grote open plek, behalve als er een keer per jaar kermis was. Tussen Terrasdorp en het oude dorp was ook veel ‘lege’ ruimte. Onze Terrasdorpschool was een houten noodschool en is dat vele jaren gebleven. Best knus van binnen, maar toch. In het oude dorp waren diverse monumentale schoolgebouwen, die een meer warme ouderwetse uitstraling hadden.
Het Zonneplein was destijds een gezellig winkelplein en er was bovendien het Zonnehuis waar in het weekend altijd wel wat te doen was. Er waren in het oude dorp nog meer, kleinere plekken met wat winkels zoals het Mercuriusplein en de Nieuwe Maanstraat.
’s Winters werd er overal geschaatst: op de sloot rond het terrein van voetbalclub De Meteoor, rond het volkstuincomplex De Bongerd en achter de dijk op het Twiske.
Achter de dijk strekten de eindeloze weilanden met hun talloze sloten in noordelijke richting tot aan de horizon uit. In de verte kon je de dorpskernen van Oostzaan en Landsmeer zien. Je kon er naar toe fietsen over smalle wegen met aan weerszijden sloten met een bruggetje naar elk huis.
Aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw rukte de nieuwbouw op. Bij de Oostzanerdijk verdween het uitzicht op de groene verte het eerst door de aanleg van de Molenwijk. In het oosten volgde de Buiksloterbanne, terwijl achter de Landsmeerderdijk ook al wat nieuwbouw verrees. Het noordelijk deel van de ringweg van Amsterdam betekende dat Tuindorp Oostzaan voorgoed onderdeel was geworden van de stedelijke uitbreiding. Binnen de ringweg werd sindsdien rond het oude Tuindorp vrijwel alles dicht gebouwd. Van fraaie architectuur was geen sprake meer.
Het enige gebied ten noorden van de rondweg, waar vandaan nog vrij uitzicht was op het groene Waterland, lag voortaan kilometers oostelijker, de streek tussen het Noordhollands Kanaal en het IJsselmeer bij Durgerdam.
© 2019 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.
Overzicht alle afleveringen Tuindorp Oostzaan, een bijzondere geschiedenis.
Ruud maakt deze serie geheel op eigen titel.
Reageren? Wij gaan nog een contactformulier aanmaken waar u Ruud kunt bereiken. Voor nu kunt u contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail door.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief