In de 15de eeuw was Amsterdam een overwegend katholieke stad.
Zeven keer per dag moesten priesters en kloosterlingen een door de Rooms-Katholieke kerk voorgeschreven gebed zingen: de zeven getijden. De gebeden werden op vaste tijden gezongen. Het begon ’s nachts met de zogenaamde metten en eindigde ’s avonds laat met de completen. Belangrijke kerken hadden speciale priesters in dienst, die tot hoofdtaak hadden de getijden te zingen.
In 1450 wilden de Amsterdammer Jan Eggert Hartgersz en zijn vrouw Wendelmoed zo’n zevengetijdeninstituut stichten in de Nieuwe kerk. Daarna moest dan meteen een college verbonden worden waar geestelijken theologie, filosofie en canoniek recht konden studeren. De stichting werd op 14 februari vastgelegd in een mooie oorkonde, maar van zevengetijdeninstituut in de Nieuwe kerk kwam, waarschijnlijk door geldgebrek, in eerste instantie niets terecht. Niet veel later kregen de nieuwe kerk en de rivaliserende Oude kerk een zevengetijdeninstituut.
© 2022 Najat de Boer-Tekni. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Bronnen:
Amsterdam 366 dagen, M. Hageman, M. Harlaar, R. Hengeveld. Uitgeverij Thoth
Foto: Stadsarchief Amsterdam, D”Oude Kerk voor Ao. 1544, Collectie Atlas Dreesmann
Overzicht alle afleveringen Cultuur en Amsterdam Noord.
Najat maakt de serie geheel op eigen titel. Wilt u n.a.v. deze serie reageren? Dan kunt u contact maken via de contactlink onderaan deze website. Wij sturen dan uw mail door naar Najat.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief